id | Trefwoord | Begrip: dialectopgave (plaats) | Toelichting |
---|---|---|---|
17993 | knagen | een pijnscheut veroorzaken: knāāgə (Reuver), herkauwen: knāgǝ (Kuringen), kauwen: knaagə (Reuver), knabbelen: knaage (Houthem, ... ), knaaën (Eksel), kniezen: knauge (Jeuk), knorren: knāgǝ (Gelieren Bret), met kleine hapjes eten: knoage (Hoeselt), restant zoogdieren: knage (Echt/Gebroek) I-11, I-12, III-1-2, III-1-4, III-2-3, III-4-2 |