id | Begrip | Trefwoord: dialectopgave (plaats) | Omschrijving |
---|---|---|---|
26002 | zwijmelen | kuieren: kø̜i̯ǝrǝ (Terlinden) | Onvast, langzaam en met moeite gaan, zonder richting te houden. [N 8, 73 en 83] I-9 |
19301 | zwoegen | hel werken: hel-werke (Terlinden), spoeden: spooje (Terlinden), zich touwen: zich touwe (Terlinden) | hard werken [zwoegen, wroeten, adammen, muiken, ploeteren, trimmen, porren] [N 85 (1981)] || zich bijzonder inspannen, erg veel moeite doen [zich weren, zich uitsloven, weerbieden] [N 85 (1981)] III-1-4 |