e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
broodslot hart: hɛrt (Heythuysen), in de midden: en dǝ medǝ (Geleen), kant: kant (Houthalen), %%meervoud%%  kantjǝ (Cadier), korst: %%meervoud%%  kǭrstǝ (Noorbeek), korstje: kø̄škǝ (Jabeek), krul: krø̜l (Maastricht), lamme kant: lǭmǝkānt (Sint-Truiden), midden: medǝ (Hout-Blerick), muiltje: %%meervoud%%  mylkǝs (Noorbeek), mø̜lkǝs (Brunssum), naad: noat (Voerendaal), nǭ.t (Waubach), nǭt (Helden, ... ), overslag: ø̄vǝršlāx (Heythuysen), plaatrand: plǭtraŋk (Genk), punt: %%meervoud%%  punten (Maastricht), rand: rānt (Kwaadmechelen), riem: rēm (Swalmen), slag: šlāx (Eys), slot: slojt (Mal), slot (Maastricht), slut (Maaseik), slōt (Heugem, ... ), slūt (Bocholt), šlot (Wittem), šlus (Kerkrade), šluǝt (Gronsveld), šlōt (Ulestraten), šlōǝt (Gulpen), šlūǝt (Oost-Maarland), sluiting: slutǝŋ (Maasbracht), slūteŋ (Neerpelt), slǭwteŋ (Bilzen), šlēteŋ (Beek, ... ), šlętǝŋ (Nuth), šlūteŋ (Herten), sluitstuk: slūtstøk (Koningsbosch), toeslag: towšlāx (Waubach), tsǫwšlax (Kaalheide), tušlāx (Amstenrade), vouw: vaw (Rekem, ... ), vāj (Reuver, ... ) De plaats waarde uiteinden van de opgerolde deegplak over elkaar vallen. [N 29, 56; monogr.] II-1