e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Opglabbeek

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
wolk alg. wolk: wøͅjk (Opglabbeek) wolk [ZND A1 (1940sq)] III-4-4
wolkenbank bank: bànk (Opglabbeek), windstrepen: wéndstréépe (Opglabbeek) lange streep wolken die onbeweeglijk aan de horizon hangt [bank] [N 81 (1980)] III-4-4
wollen muts (kinderen) muts: meͅts (Opglabbeek) muts van wol (gebreid) voor kinderen [N 25 (1964)] III-1-3
wolschaap wolschaap: wolšǭp (Opglabbeek) Schaap van een ras dat vooral goed is voor de wol. [N 77, 1g] I-12
wonde wonde: die won zal zwèren (Opglabbeek), woen (Opglabbeek), woun (Opglabbeek), wŏn (Opglabbeek), woͅn (Opglabbeek) Die wonde zal etteren [ZND 23 (1937)] || een wonde met warm water baden [ZND 32 (1939)] || wonde [ZND 45 (1946)] III-1-2
wonderdoener die doet wonderen: déé dijt wŏĕndrə (Opglabbeek) Een wonderdoener. [N 96D (1989)] III-3-3
wonderen doen mirakel (<fr.): miraakəl (Opglabbeek), wonderen doen: wŏĕndr doen (Opglabbeek), wonderen?: wŏĕndrə (Opglabbeek) Wonderen doen/verrichten. [N 96D (1989)] III-3-3
wonen wonen: wy(3)̄ənən (Opglabbeek), wynə (Opglabbeek) wonen [ZND 08 (1925)], [ZND A1 (1940sq)] III-2-1
woonkamer, huiskamer huis: hy(3)̄s (Opglabbeek) huiskamer [ZND 12 (1926)] III-2-1
woonwagen woonwagen: Algemene opmerking bij deze vragenlijst: invuller noteert bij spellingssysteem: WBD-WLD, behalve je = dj.  wūūnwáágə (Opglabbeek) De woonwagen van kermisklanten [karrakiekast, brak]. [N 90 (1982)] III-3-2