e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Opglabbeek

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vlinderdasje strikje: strekskə (Opglabbeek) vlinderstropdas [nondejuuke, striekske] [N 23 (1964)] III-1-3
vlo (enk.) vlo: vluuj (Opglabbeek) vlo III-4-2
vloeibaar varkensvoer slobber: slubǝr (Opglabbeek) [N 76, 38; N 76, 39; monogr.] I-12
vloeiweide wetering: wīǝtǝreŋ (Opglabbeek) Weiland, laag gelegen en zodanig aangelegd dat van tijd tot tijd kunstmatige bevloeiing kan plaatsvinden. [N 14, 58] I-8
vloek vloek: vlōē (Opglabbeek, ... ) een vloek [hiemmeltsakker] [N 96D (1989)] || Een vloek [hiemmeltsakker]. [N 96D (1989)] III-3-1, III-3-3
vloeken vloeken: vlōēkə (Opglabbeek, ... ) vloeken [N 96D (1989)] || Vloeken. [N 96D (1989)] III-3-1, III-3-3
vloertegel dalle (fr.): met stoottoon vgl. Fr. dalle Ver goan viêr uis hûs nûw dals loate lègke  dal (Opglabbeek), plavei: plaveͅi̯ (Opglabbeek), plevej (Opglabbeek), pləveͅi̯ (Opglabbeek), De wèèg noa de höl is möt gooj viêrnemes geplavejdsj  plevej (Opglabbeek) een grote rode of blauwe vloertegel [N 05A (1964)] || grote meestal cementen tegel || plavei || tegel III-2-1
vlug lopen bessemen: i.e. vlug lopen. B.v. do besemt er hiene.  boͅsəmə (Opglabbeek), hel lopen: heͅl løͅypə (Opglabbeek), koersen: ky(3)̄rsə (Opglabbeek) lopen, gaan; inventarisatie uitdrukkingen; betekenis/uitspraak [N 10 (1961)] || lopen: snel lopen [rekke, dabbere, op ne steile gaon] [N 10 (1961)] III-1-2
vlugger allez-jup: halē jøp (Opglabbeek) Voermansroep om het paard sneller te doen gaan. [N 8, 95g] I-10
vocht afscheiden knoeien: knīi̯ǝ (Opglabbeek), snoeren: snērǝ (Opglabbeek) [N 8, 45, 46 en 48] I-9