e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Opglabbeek

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
verkleumd stijf: stīf vanə kaw (Opglabbeek), verkild: NB: kele = stijf worden van de kou.  vərkelt (Opglabbeek), verstijfd: vərstīēft (Opglabbeek) hij was gans verkleumd van de kou [ZND 28 (1938)] || verstijfd van kou [verkild] [N 10 (1961)] III-1-2
verknippen, versnijden versnijden: vǝrsnījǝ (Opglabbeek) Door verkeerd knippen het te maken kledingstuk bederven. [N 62, 24; MW] II-7
verkouden ik heb een verkoudheid opgelopen of ik heb een kou te pakken. worden er ook uitdrukkingen gebruikt waarin verkouden of verkoudheid ontbreekt, als b.v. ik heb he: ix bən vərkawt gəwyrə (Opglabbeek), verkoud: vərkoud (Opglabbeek), zwo.r vərkaut (Opglabbeek), ə bitšə vərkaut (Opglabbeek), versnuft: vərsnōēft (Opglabbeek), vervang (subst.): vǝrvaŋk (Opglabbeek  [(stijfheid op het kruis en in de achterste poten als gevolg van de verkoudheid)]  ) Een ontsteking van het neusslijmvlies. [JG 1b; N 8, 89; N 52, 24 en 25; monogr.] || Gebruikt men afzonderlijke benamingen voor een zware en lichte verkoudheid? [Lk 05 (1955)] || Verkouden: verkouden zijn; ontsteking van neusslijmvlies, met neusverstopping en slijmafscheiding (verkoud, verkouden, verkeld, versnoft). [N 84 (1981)] || Verkoudheid. Op welke wijze wordt dit gewoonlijk uitgedrukt? B.v. Ik ben verkouden [Lk 05 (1955)] I-9, III-1-2
verkoudheid kou: ech hebə nə kau oͅpə boͅrst (Opglabbeek), ig hèb n kaw oppe borst (Opglabbeek) Ik heb een kou op de borst. [ZND 22 (1936)] III-1-2
verkwanselen versjachelen: ps. omgespeld volgens Frings.  vəršaxələ (Opglabbeek) Verkwanselen, op verachtelijke wijze verhandelen [vertuitelen, verkwanselen?] [N 21 (1963)] III-3-1
verlagen afdoen: ps. omgespeld volgens Frings.  āfdōn (Opglabbeek), āvdōͅn (Opglabbeek) verlagen, iets in prijs ~ [afzetten? b.v. de biggen zijn afgezet?] [N 21 (1963)] III-3-1
verlichting licht: leecht (Opglabbeek) verlichting III-2-1
verliezen verliezen: vərlēzən (Opglabbeek), vərlĕzən (Opglabbeek) Verliezen. [ZND m] || wij verliezen [ZND 08 (1925)] III-3-2
verlopen verlopen: (de koe is) vǝrløu̯pǝ (Opglabbeek), zich verlopen: (de koe heeft) zex vǝrløu̯pǝ (Opglabbeek) Na korte tijd van dracht een misgeboorte hebben, gezegd van de koe. [N 3A, 39a] I-11
vermicelli vermicelle (fr.): men hoort ook vermesjöl  fermesjöl (Opglabbeek) vermicelli III-2-3