| 17989 |
flets |
flauw:
fla gezicht (K315p Oostham)
|
hij heeft een flets gezicht (bleekgeel, ziekelijk) [ZND 23 (1937)]
III-1-2
|
| 19288 |
flikflooien |
fletsen:
ook materiaal znd 23, 55
fletsen (K315p Oostham),
mouwvegen:
ook materiaal znd 23, 55
mōͅvēgeͅn (K315p Oostham)
|
flikflooien [ZND 01 (1922)]
III-1-4
|
| 18021 |
fluim |
fluim:
flōͅm (K315p Oostham),
fluim (K315p Oostham),
rochel:
rucheͅl (K315p Oostham)
|
fluim [ZND 23 (1937)]
III-1-2
|
| 21345 |
fluisteren |
fezelen:
Van Dale: fezelen, 1. fluisterend praten of zeggen; - smoezen.
fezelen (K315p Oostham)
|
fluisteren [ZND 30 (1939)]
III-3-1
|
| 22994 |
fluit |
fluit:
fluit (K315p Oostham),
fluitje:
fleutjen (K315p Oostham)
|
Fluit. [Willems (1885)]
III-3-2
|
| 22995 |
fluiten |
fluiten:
fluiten (K315p Oostham)
|
Fluiten. [Willems (1885)]
III-3-2
|
| 28760 |
fluweel, velours |
fluweel:
fluweel (K315p Oostham),
velours:
flūr (K315p Oostham)
|
Weefsel met een bovenkant met rechtopstaande garenuiteinden, ontstaan door een bijzondere afwerking. De binding bestaat uit een grondweefsel, in effen of keper, waartussen draden, die over grotere afstanden los liggen. Door deze door te snijden en op te borstelen ontstaat een pluche-achtig haardek: pool. Door zacht ruwen wordt het ø̄pluizenø̄ bevorderd, waarna de pool op een bepaalde lengte wordt afgeschoren (Bonthond s.v. ø̄fluweelø̄. [N 62, 78; N 62, 75f; 59, 201; MW; L 1a-m; L 23, 57a; S 9; monogr.]
II-7
|
| 18289 |
fluwelen broek |
fluwelen broek:
en fluweelen broek (K315p Oostham),
velours (fr.) broek:
eͅn flūrö bruk (K315p Oostham)
|
een fluwelen broek [ZND 23 (1937)]
III-1-3
|
| 33755 |
fokmerrie |
kweekmeer:
kwekmē̜r (K315p Oostham)
|
Een merrie geschikt voor de kweek of die één of meer veulens gehad heeft. Een kweekmeer werkt niet (Q 168), terwijl een veulensmeer ook in de kar loopt (Q 77). In tegenstelling tot een veulensmeer is een kweekmeer gewoonlijk drachtig. Kleinere boeren zorgen ervoor een veulensmeer te hebben, die jaarlijks een veulen werpt, waardoor elk jaar een aanspanner ter beschikking staat. [JG 1a, 1b; N 8, 50b]
I-9
|
| 34312 |
fokzeug |
zog:
zux (K315p Oostham)
|
Zeug die men houdt om biggen te winnen. [JG 1a, 1b; N M, 22 add.; monogr.]
I-12
|