| 18636 |
zomerkapmanteltje |
pelerine (<fr.):
+/- 1880
pelderien (L216p Oirlo)
|
kapmanteltje voor de zomer met een ovaalvormig voor- en achterpand [pelderien] [N 25 (1964)]
III-1-3
|
| 18675 |
zomerkleren |
zomerkleren:
zommerkliêr (L216p Oirlo),
zômmer-klier (L216p Oirlo)
|
zomerkleren [N 23 (1964)] || Zomerkleren. [DC 62 (1987)]
III-1-3
|
| 23765 |
zon- en feestdagen |
zon- en feestdagen:
zon- en fiëstdaag (L216p Oirlo)
|
Zon- en feestdagen (ledige dagen) . [N 96C (1989)]
III-3-3
|
| 23933 |
zondag |
zondag:
zôndag (L216p Oirlo)
|
De zondag, dag des Heren. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
| 23934 |
zondag houden |
zondag houden:
zôndag halde (L216p Oirlo),
zondag vieren:
zôndag viere (L216p Oirlo)
|
De zondag houden/vieren/eerbiedigen/heiligen. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
| 23534 |
zondagmissaal |
zondagsmissaal:
zondagsmissaal (L216p Oirlo)
|
Een kerkboek met misgebeden voor de zondagen en feesten van het kerkelijk jaar [zondagsmissaal(tje)?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
| 18670 |
zondagse kleren |
`s zondagse kleren:
sondagse kliêr (L216p Oirlo),
zondagse kleren:
zond. klier (L216p Oirlo),
zondagspak:
zondags pak (L216p Oirlo)
|
De kleren die men s zondags draagt. [DC 62 (1987)] || zondagse kleren [t sondagsdinge] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
| 23339 |
zonde |
zonde:
zonde (L216p Oirlo),
t is zund = jammer
zônde (L216p Oirlo)
|
Een zonde [zund, zung]. [N 96D (1989)] || zonde [SGV (1914)]
III-3-3
|
| 23340 |
zonden |
zonden:
zund (L216p Oirlo)
|
zonden (mv.) [SGV (1914)]
III-3-3
|
| 18890 |
zonder opzet |
niet expres:
nie expres (L216p Oirlo),
zonder bijbedoeling:
zônder bejbedoeling (L216p Oirlo)
|
zonder opzet, zonder bedoeling [buiten besouw] [N 85 (1981)]
III-1-4
|