21470 |
aangeven, verklikken |
aandragen:
andraage (L210p Venray),
aangeven:
angêve (L210p Venray),
ángaeve (L210p Venray),
klikken:
klikke (L210p Venray),
(bij kinderen).
klikken (L210p Venray),
verraden:
verraoie (L210p Venray),
verraoje (L210p Venray)
|
een overtreding of misdrijf bekend maken aan de overheid [aangeven, verklikken, verklappen] [N 90 (1982)] || heimelijk een overtreding of misdrijf aangeven [bij de overheid] [klikken, verklikken, paanderdragen, klikspanen] [N 90 (1982)] || klikken; Welk woord gebruikt u in uw dialect voor het doorvertellen aan vader, moeder of onderwijzer van iets, waarvoor een ander kind straf kan krijgen? [DC 48 (1973)]
III-3-1
|
19975 |
aanhitsen |
aanhissen:
ánhisse (L210p Venray, ...
L210p Venray),
hissen:
hisse (L210p Venray, ...
L210p Venray),
ophitsen:
Veldeke 1979 nr. 1 (? aphitse - moeilijk leebaar)
ophitse (L210p Venray)
|
Hoe noemt u een hond kwaad maken, aanhitsen (hitsen, hissen, opkiezen) [N 83 (1981)] || ophitsen ve hond
III-2-1
|
17926 |
aanhoudend bepoetelen |
handvollen:
haffele (L210p Venray)
|
aanhoudend in de handen nemen [haffele, verhandvollen] [N 10 (1961)]
III-1-2
|
18883 |
aanhoudend klagen |
knaaien:
knaoie (L210p Venray)
|
aanhoudend morren en klagen [neuriën] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
25243 |
aanhoudend regenen |
knoeien:
knujə (L210p Venray)
|
voortdurend regenen [knoeien] [N 22 (1963)]
III-4-4
|
21847 |
aanhoudend vragen |
neulen:
näöle (L210p Venray, ...
L210p Venray),
zaniken:
sànneke (L210p Venray, ...
L210p Venray)
|
aanhoudend vragen om iets te krijgen [kutten] [N 87 (1981)] || alsmaardoor blijven vragen [maren] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
21707 |
aankondigingskastje |
kast:
de kast (L210p Venray)
|
de plaats waar gemeentelijke aankondigingen etc. opgehangen worden [gebooi] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
19672 |
aanrecht |
aanrecht:
ennen ánrecht bestöt uut \'n ánrechtblad, ennen ánrechtstieën en ennen ánrechtkâst
ánraech(t) (L210p Venray)
|
aanrecht
III-2-1
|
21872 |
aanrekenen |
opschrijven:
opschrīēve (L210p Venray)
|
betaling vragen voor een geleverd artikel; in rekening brengen [schrijven, aankalken] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
25096 |
aanrijgen |
aanrijgen:
ânriege (L210p Venray)
|
tot een snoer verenigen [ritsen, resemen, rijgen] [N 91 (1982)]
III-4-4
|