| id | Trefwoord | Begrip: dialectopgave (plaats) | Toelichting |
|---|---|---|---|
| 17918 | krabbelen | krabben: krabbele (Bunde, ... ), met de voorpoten harkend over de grond krabben: krabǝlǝ (Gemmenich), scharrelen: krabbelen (Achel), schrammen: krābbele (Stevensweert) I-12, I-9, III-1-2 |