25924 |
suikeerbietenstroop |
bietenkruid:
bitǝkrūt (L295p Baarlo),
bietenstroop:
bęjtǝstrūp (Q002p Hasselt),
bietstroop:
bęǝtstrǫǝp (Q078p Wellen),
krotensiroop:
kroatǝšroap (Q032p Schinnen),
krottensiroop:
krutǝšrup (Q036p Nuth),
sokkerkrottensiroop:
sokǝrkrotǝšroap (L381b Peij),
sǫkǝrkrutǝšrup (L379p Laak),
zijpnat:
zīpnāt (L387p Posterholt)
|
Stroop gemaakt van suikerbieten. Uit de opgaven blijkt dat suikerbietenstroop vrij dun en zoet was. De invuller uit Q 78 merkt dan ook op dat deze stroop nooit apart werd gebruikt, maar altijd met andere soorten werd gemengd. De zegsman uit Q 253 vermeldt dat suikerbieten de grondstof waren voor stroop van tweede soort. "Zijpnat" was in L 387 allereerst de benaming voor suikerbietenstroop en daarnaast meer algemeen de naam voor stroop. [N 57, 34b; N 57A, 6; monogr.]
II-2
|