29524 |
stookgat |
assenbak:
asǝbák (P047p Loksbergen),
assenbed:
ɛš˱bęt (Q113p Heerlen),
assengat:
asǝgǭwǝt (P219p Jeuk),
de hel:
dǝ hęl (L371p Ophoven),
het vuur:
hǝt ˲vø̜r (L371p Ophoven),
kolenbak:
kǭlǝbak (L330p Herten),
rooster:
ryǝstǝr (L270p Tegelen),
smidsgat:
šmęts˲gāt (L291p Helden, ...
L290p Panningen),
stookgat:
stǭk˲gat (L163p Ottersum),
štǫk˲gāt (L297p Belfeld),
štǭk˲gāt (L381p Echt, ...
L299p Reuver,
L299p Reuver,
L331p Swalmen,
L270p Tegelen,
L270p Tegelen,
L374p Thorn),
stookgat opzij:
stǭkgat ǫp˲zēj (L163p Ottersum
[(meervoud: stǭkgatǝ)]
),
stookgat voor:
stǭk˲gat ˲vø̜r (L163p Ottersum),
stookpot:
stūkpǫt (P176b Bevingen),
voorste stookgat:
vø̜rstǝ stǭk˲gat (L164p Gennep),
vuurpot:
vȳrpǫt (Q111p Klimmen, ...
Q099q Rothem,
Q116p Simpelveld,
Q108p Wijnandsrade),
vø̜rpǫt (L321p Neeritter
[(van vuurvaste stenen)]
),
zijgat:
zējgat (L164p Gennep)
|
Dat gedeelte van de pottenbakkersoven waar gestookt wordt. De oven in L 163 had behalve een stookgat aan de kop van de oven, ook aan beide zijkanten twee stookgaten. Zie ook afb. 11. [N 49, 73a; monogr.] || Elk van de in het gewelf aangebrachte stookgaten. De stookgaten bevinden zich pal boven het rooster in de diverse kamers van de vlamoven. [monogr.] || Het gat (of de gaten) in het smidsbed waarin het kolenvuur ligt. Zie ook afb. 6. [N 33, 21]
II-11, II-8
|