28442 |
koninginnerooster |
koninginnerooster:
koneŋenǝrø̜stǝr (L333p Asenray / Maalbroek),
koneŋenǝrēstǝr (L416p Opglabbeek),
koninginnerooster (L282p Achel, ...
L421p Dilsen,
L414p Houthalen,
K317a Kerkhoven,
L294p Neer,
L374p Thorn),
kyǝnǝgenǝryǝstǝr (Q113p Heerlen),
køjnegenǝryǝstǝr (P176p Sint-Truiden),
køneŋenǝruǝstǝr (L289p Weert),
køneŋenǝrø̜stǝr (L265p Meijel),
kø̄neŋenǝruǝstǝr (Q019p Beek),
kø̄neŋenǝryęstǝr (Q019p Beek),
kø̄neŋenǝryǝstǝr (L271p Venlo),
kø̄neŋenǝrø̄stǝr (L333p Asenray / Maalbroek, ...
L428p Born,
Q018p Geulle,
L384p Herkenbosch,
L329p Roermond),
kø̄neŋenǝrø̄ǝstǝr (L330p Herten),
kø̄neŋenǝrūstǝr (L372p Maaseik),
kø̄nǝgenǝruǝstǝr (Q197p Noorbeek, ...
Q197a Terlinden),
kø̄nǝgenǝrø̄stǝr (Q015p Stein),
kø̜negenǝrȳstǝr (L371a Geistingen),
kø̜nǝgenǝrøstǝr (L215a Wellerlooi),
kø̜nǝgenǝrø̄stǝr (L381b Peij),
moederrooster:
mojǝrrø̄stǝr (Q177p Millen),
mujǝrryštǝr (Q001p Zonhoven),
mōjǝrrɛstǝr (P177p Zepperen),
mǫjǝrryǝstǝr (P176p Sint-Truiden),
moerrooster:
moerrooster (L270p Tegelen),
muǝrrø̜stǝr (K353p Tessenderlo),
mūrruǝstǝr (Q019p Beek),
mūrryęstǝr (Q019p Beek),
mūrrōstǝr (L210p Venray),
mūrrūstǝr (L246p Horst),
rooster:
røstǝr (Q071p Diepenbeek)
|
Een koninginne- of moerrooster is een rooster dat tussen de bovenste en onderste bak ligt en dat moet verhinderen dat de koningin in de honingkamer komt om daar haar eitjes te leggen. Het rooster moet dus honing en broed scheiden. De openingen in het rooster staan niet toe dat de koningin erdoor heen kruipt, maar zijn wel groot genoeg voor de werkbijen, zodat deze de koningin en het broed kunnen verzorgen. De meest gebruikte uitvoering van het rooster bestaat uit een dunnen zinken of stalen plaat waarin langwerpige gaten van vier millimeter geponst zijn. Daarnaast kent men de zogenaamde staafjesroosters waarbij een aantal ronde metalen staafjes hetzij in een houten raamwerk hetzij met behulp van dikkere metaalstaven tot een rooster gemonteerd zijn. Tot deze soort roosters behoren het Herzogrooster en Amerikaanse uitvoeringen. [N 63, 10l; Ge 37, 31; monogr.]
II-6
|