| 24785 |
dagkoekoeksbloem |
bosroos:
WLD
bos roos (L382p Montfort),
bosroosje:
bos-ruëske (L216p Oirlo),
buschruuske (Q202p Eys),
Bree Wb.
bosriêske (L360p Bree),
WLD
bosreuske (L300p Beesel),
dagkoekoek:
eigen spellinsysteem
dag koekoek (L265p Meijel),
dagkoekoeksbloem:
geen aparte naam
dagkoekoeksbloem (Q103p Berg-en-Terblijt, ...
Q103p Berg-en-Terblijt),
zelfde
dagkoekoeksbloem (L381p Echt/Gebroek, ...
L381p Echt/Gebroek),
frans roosje:
(bij de plantbeschrijving is boven meliandrum rubrum toegevoegd: diurnum)
frans ruusken (P219p Jeuk),
hanenklauw:
WLD
haneklauw (L371p Ophoven, ...
L371p Ophoven),
hanenpoot:
hane po͂u͂t (Q098p Schimmert),
idiosyncr.
hanepoeət (L374p Thorn),
koekoeksbloem:
koekoeksbloem (Q201p Wijlre),
-
koekoeksbloem (L210p Venray, ...
L210p Venray),
koekoeksbloom (L267p Maasbree, ...
L267p Maasbree,
L318b Tungelroy,
L318b Tungelroy),
idiosyncr.
koekoeksbloum (Q020p Sittard),
WBD
koekoeksbloom (L266p Sevenum),
WBD/WLD
koekoeksbloom (Q014p Urmond),
± Veldeke
koekoeksbloem (L245b Tienray)
|
dagkoekoeksbloem (Melandrium rubrum Weig.) [DC 60a (1985)] || Dagkoekoeksbloem (meliandrum rubrum 30 tot 90 cm hoge plant. De plant is tweehuizig en dicht behaard; de bladeren zijn eivormig; de bloemen groeien in losse schermen, de kroonbladeren zijn diep ingesneden en rood van kleur, zelden wit; doosvruchten met [N 92 (1982)]
III-4-3
|