e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L214p plaats=Wanssum

Overzicht

Gevonden: 2613
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
besjes aan de aardappelplant krallen: kralǝ (Wanssum) De besachtige groene vruchten die zich uit de bloemen van de aardappelplant ontwikkelen. Vroeger, voordat men pootaardappelen selecteerde uit de eigen oogst, werd uit deze vruchtjes van de plant pootzaad gewonnen. Het lemma bevat alleen meervouden. Bij goesbollen wordt door de zegslieden opgegeven dat ...kinderen deze bollen aan een lange twijg (steken) en dan de bollen zo ver mogelijk weggooien of zwiepen; goezen is "zwiepen". Warnant (1949, 175) vermeldt dit spel ook voor Waals Haspengouw. Het regelmatige voorvoegsel aardappel- of patatte- is hier weggelaten; zie het lemma Aardappel. Zie voor de fonetische documentatie van de varianten voor aardappel, ook datzelfde lemma Aardappel. [N 12, 7; L 32, 14; monogr.; add. uit JG 1b] I-5
besvrucht, algemeen beer: bèèr (Wanssum), kraal: kral (Wanssum) bes I-7
beugelbal beugelbol: Sub bol.  beugelböl (Wanssum) Bollen op de beugelbaan (z. ald.) gebruikt. III-3-2
beugelen beugelen: [Zie afbeelding pag. 69: Beugelbaan].  beugele (Wanssum) Spel met houten slègers (slagers) en ballen op de beugelbaan, een door planken aan 3 zijden omheinde lemen vloer met ijzeren ring. III-3-2
beugelring beugelring: beugelrīnk (Wanssum) Beugelring. III-3-2
bevallen in de kraam komen: ien de krāōm kómme (Wanssum) een kind krijgen III-2-2
bevelen bevelen: bevèle (Wanssum) bevelen III-1-4
bevruchten treden: trē̜i̯ǝ (Wanssum) Het bevruchten van de hen door de haan. [JG 1a, 1b, 2c; N 19, Q 111 add.; monogr.] I-12
bezem bezem: be̝ͅsəm (Wanssum), bɛsəm (Wanssum), straatbezem: meest linkse  straotbessem (Wanssum) bezem [RND] || bezem (soorten) [DC 15 (1947)] III-2-1
bezemsteel steel: stēl (Wanssum) bezemsteel [RND] III-2-1