17991 |
pijn |
pijn:
pieng (Q205p Wahlwiller),
pin (Q205p Wahlwiller)
|
mijn voeten doen mij erg zeer [DC 03 (1934)] || pijn [RND]
III-1-2
|
33495 |
pit, kern van fruit |
kern:
kɛən (Q205p Wahlwiller)
|
[RND 08]
I-7
|
21203 |
postbode |
facteur (fr.):
fakt"r (Q205p Wahlwiller)
|
postbode [RND]
III-3-1
|
22862 |
prijzen (mv.) |
prijzen:
pri:s (Q205p Wahlwiller)
|
prijzen (mv.) [RND]
III-3-2
|
22310 |
proppenschieter |
knapbus:
knapbös (Q205p Wahlwiller)
|
Klakkebus (speelgoed gemaakt van vlierehout om proppen mee weg te schieten) [knaptoet, kraaktuut, proppesjeeter, klambös]. [N 06 (1960)]
III-3-2
|
27904 |
raam |
venster:
venstǝr (Q205p Wahlwiller
[(+)]
)
|
Zie kaart. Een van glas voorziene opening waardoor het buitenlicht naar binnen valt. In het onderzoeksgebied worden de woorden 'venster' en 'raam' ook wel gebruikt voor de houten of metalen omlijsting waarin de vensterruit wordt geplaatst. In het Standaardnederlands zijn de woorden 'raam', 'venster' en 'glas' onzijdig, in de meeste Limburgse dialecten echter vrouwelijk. Wanneer door de invullers nadrukkelijk een vrouwelijk genus werd opgegeven, is achter de betreffende plaatscode een (+) opgenomen. [N 55, 37; RND 49; A 46, 10a; L mon.; monogr.; Vld.]
II-9
|
21269 |
rijkdom |
rijkdom:
rīgdom (Q205p Wahlwiller)
|
rijkdom [RND]
III-3-1
|
20816 |
rijp |
rijp:
rīēp (Q205p Wahlwiller)
|
rijp [RND]
III-2-3
|
21362 |
roepen |
roepen:
roope (Q205p Wahlwiller)
|
roepen (geen context) [DC 38 (1964)]
III-3-1
|
20676 |
room |
room:
room (Q205p Wahlwiller),
rōm (Q205p Wahlwiller),
vet:
vɛt (Q205p Wahlwiller),
v met gekruld beentje
vit (Q205p Wahlwiller)
|
Het vette deel van de ongekookte melk dat boven komt drijven, als men de melk rustig laat staan. [N 6, 15a; N 16, 17; L 6, 15; L 14, 22; JG 1a, 1b, 2c; A 7, 15; A 39, 7a; Wi 53; Gwn 10, 1; monogr.] || room [DC 39 (1965)]
I-11, III-2-3
|