| 21652 |
roeper |
oproeper:
ps. omgespeld volgens Frings.
oͅprōpər (L420p Rotem),
uitroeper:
ps. omgespeld volgens IPA.
utrøpər (L420p Rotem)
|
afslager: Hoe heet bij de openbare verkoping van goederen degene die de verkoping leidt [afslager, uitroeper, roeper?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
| 34531 |
roepwoord om de klokhen te lokken |
kloek, kloek, kloek:
kluk, kluk, kluk (L420p Rotem)
|
[N 19, 44c; A 6, 2c]
I-12
|
| 34460 |
roepwoord voor de geit |
mek, mek:
mɛ̄k, mɛ̄k (L420p Rotem),
sik, sik, sik:
sek, sek, sek (L420p Rotem)
|
[N 19, 74e; VC 14, 2l r; L B2, 259e -263-; monogr.; N C, Q 111 add.]
I-12
|
| 34461 |
roepwoord voor de jonge geit |
mek, mek:
mɛ̄k, mɛ̄k (L420p Rotem),
mettetje, mettetje:
mętǝkǝ, mętǝkǝ (L420p Rotem)
|
[N 19, 74f; VC 14, 2m -r-]
I-12
|
| 34217 |
roepwoord voor de stier |
kom die:
kun dē̜ (L420p Rotem),
menne:
mɛnǝ (L420p Rotem)
|
[N 3A, 13]
I-11
|
| 20819 |
roeren |
roeren:
roerən (L420p Rotem)
|
In de soep roeren. [ZND 41 (1943)]
III-2-3
|
| 25088 |
roest |
roest:
ps. omgespeld volgens Frings.
roͅs (L420p Rotem)
|
roest [ZND 06 (1924)]
III-4-4
|
| 19441 |
roestplek |
ijzermaal:
bruine vlekken in wortelen
īzərma͂l (L420p Rotem),
roestvlek:
bruine vlekken in linnen
rosvlek (L420p Rotem)
|
roestplek [ZND 36 (1941)]
III-2-1
|
| 19410 |
roet |
roet:
rōt (L420p Rotem)
|
rookzwart onderaan een ketel [ZND 36 (1941)]
III-2-1
|
| 32976 |
rogge |
koren:
[koren] (L420p Rotem),
rog(ge):
rǫgǝ (L420p Rotem)
|
Secale cereale L. Tot in de jaren vijftig het meest geteelde graangewas in Limburg, met uitzondering van Haspengouw, waar tarwe de meest verbouwde graansoort was. Men zaait ongeveer 170 kg rogge per hectare. Het koren-gebied in dit lemma wijkt aanzienlijk af van dat in het lemma ''graan, koren'' (1.2.1); vergelijk de kaarten die bij de lemma''s getekend zijn. Zie voor de benaming koren en voor de fonetische documentatie van het woord [koren] in het gebied waar ''koren'' zowel de algemene benaming alsook de benaming van de rogge is, het lemma ''graan, koren'' (1.2.1). Zie afbeelding 1, a. [JG 1a, 1b; L 34, 55b; L lijst graangewassen, 6; S 30; Wi 52; monogr.; add. uit N 15, 1a]
I-4
|