| 17914 |
verbergen |
verbergen:
Volt.Deelw. [*inf.]
(verbeurge) (K315p Oostham),
wegsteken:
wegstéken (K315p Oostham)
|
verbergen [ZND 25 (1937)]
III-1-2
|
| 30596 |
verf |
verf:
vērǝf (K315p Oostham)
|
Vloeibare substantie, gewoonlijk bestaande uit een poedervormige, kleurgevende stof en een bindmiddel. Verf wordt met behulp van een kwast, een roller of een spuit opgebracht, waarna zij in een harde laag opdroogt. [Wi 54; S 39; L A1, 82; N 67, 18a; monogr.]
II-9
|
| 30735 |
verflaag |
laag verf:
loax ˲vɛrǝf (K315p Oostham),
lōx ˲vɛrǝf (K315p Oostham)
|
Zie kaart. Uitgestreken hoeveelheid verf. [N 67, 77a; L 29, 28b; monogr.]
II-9
|
| 17924 |
verfrommelen |
verfrommelen:
verfrommelen (K315p Oostham)
|
(papier) frommelen, verfrommelen [ZND 35 (1941)]
III-1-2
|
| 21399 |
verkeren |
verkeren:
vurkīēren (K315p Oostham),
vrijen:
vrêên (K315p Oostham)
|
vrijen (verkeren; courtiser) [ZND 08 (1925)]
III-3-1
|
| 20367 |
verkering hebben |
verkeren:
vurkīēren (K315p Oostham),
vrijen:
vrêên (K315p Oostham)
|
vrijen (verkeren; courtiser) [ZND 08 (1925)]
III-2-2
|
| 18001 |
verkillen |
pitsen:
m`n veoten pitsen van de kāā (K315p Oostham)
|
mijn voeten killen (kittelen van de kou) [ZND 01u (1924)]
III-1-2
|
| 18002 |
verkleumd |
verkleumd:
ver-kleumd vanne kad (K315p Oostham),
versteven:
vərstēvə van də kā (K315p Oostham)
|
hij was gans verkleumd van de kou [ZND 28 (1938)]
III-1-2
|
| 18074 |
verkouden |
verkoud:
ig zen verkaad (K315p Oostham)
|
ik ben verkouden [ZND 34 (1940)]
III-1-2
|
| 18080 |
verkoudheid |
kou:
ge zult ne kaa krijgen (K315p Oostham),
ich heͅm nö kā up meͅn böst (K315p Oostham)
|
ge zult een kou vatten [ZND 34 (1940)] || Ik heb een kou op de borst. [ZND 22 (1936)]
III-1-2
|