| 33622 |
mestvaalt |
mesthoop:
meͅsthuəp (K315p Oostham),
aan ZND 01 is hier toegevoed het materiaal van ZND 31 (1939), 019
mesthoeəp (K315p Oostham)
|
[Goossens 1b (1960)] [ZND 01 (1922)]
I-7
|
| 34364 |
mestvarken |
vetvarken:
vętfɛrǝʔǝn (K315p Oostham)
|
Een varken dat gehouden worden om vet te mesten. [JG 1a, 1b, 2c; L 37, 49e; N C, add.; N 19, Q 111 add.; N 19, Q 204a add.; monogr.]
I-12
|
| 17868 |
met de linkerhand |
met de linkse hand:
mee de linksch hand (K315p Oostham),
met de linksche hand (K315p Oostham)
|
met de linkerhand [ZND 37 (1941)]
III-1-2
|
| 33999 |
met de zweep slaan of geluid geven |
klitsen:
kletsǝn (K315p Oostham),
smakken:
smaʔǝn (K315p Oostham),
zwepen:
zwīǝpǝn (K315p Oostham)
|
Het slaan met de zweep brengt een knallend geluid voort. Terwijl in de enquête van J. Goossens het werkwoord zwepen in de jaren vijftig enkel voor Achel (L 282) en Hamont (L 286) werd opgetekend, vermeldt de enquête van P. Willems (1885)het nog voor een groot aantal gemeenten uit de beide Limburgen. Zie in dit verband ook ros voor "paard" (WLD I, afl. 9, p. 5). [JG 1a, 1b, 2c; L 8, 141a; Wi 42; monogr.]
I-10
|
| 34140 |
met opgeheven staart rondlopen |
biezen:
bezǝn (K315p Oostham)
|
[N 3A, 9a; JG 1a, 1b; monogr.]
I-11
|
| 34003 |
met paard en kar rijden |
rijden:
rē̜ǝn (K315p Oostham),
varen:
vǭrǝn (K315p Oostham)
|
[JG 1b, 2c; N 8, 100; Wi 33; monogr.]
I-10
|
| 34004 |
met paard en koets rijden, paardrijden |
rijden:
rē̜ǝn (K315p Oostham)
|
Het paard besturen als het voor de koets gespannen is, of als het als rijdier gebruikt wordt. Deze twee begrippen worden terminologisch niet onderscheiden. [JG 1a, 1b; Wi 29; monogr.]
I-10
|
| 34011 |
met staande kar varen |
met de staande kar rijden:
męt˱ dǝ stanǝ kār rē̜ǝn (K315p Oostham)
|
Met één paard en twee of drie karren rijden. Als men met twee karren rijdt, haalt het paard met de ene kar een lading bij, terwijl de tweede kar ontladen wordt. Als men met drie karren rijdt, is men, terwijl het paard met een eerste kar onderweg is, op de ene plaats een tweede kar aan het laden en op de andere een derde aan het ontladen. [JG 1a, 1b]
I-10
|
| 33689 |
met steengruis verharde weg |
kiezelweg:
kīzǝlwęx (K315p Oostham)
|
In vraag L 24, 28b werd uitdrukkelijk gevraagd naar een naam voor de weg die met steengruis was bedekt. De woordtypen koolassenweg, assenweg e.a. wijzen op een andere bedekking dan steengruis. Macadam is een recentere vorm van een wegdeklaag. [L 24, 28b]
I-8
|
| 22793 |
met vuur spelen |
met vuur spelen:
mee vuuer speilen is gevaoerlek (K315p Oostham),
met vuur spelən is (K315p Oostham)
|
Met vuur spelen is gevaarlijk. [ZND 37 (1941)]
III-3-2
|