| 23644 |
altaarbel |
bel:
bel (L216p Oirlo)
|
De 3 of 4 belletjes omvattende bel/schel, die door de misdinaar bediend wordt [schel, sjel?] . [N 96B (1989)]
III-3-3
|
| 23432 |
altaarretabel |
drieluik:
driejloek (L216p Oirlo)
|
Een altaarretabel, -triptiek, -drieluik. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
| 23753 |
alziend oog |
god ziet mij:
god ziet mij (L216p Oirlo)
|
Een ingelijste plaat waarop een groot oog in een driehoek is afgebeeld, met daarbij de tekst: God ziet mij. Hier vloekt men niet. (Godsoog, Alziend Oog, Christusoog?). [N 96B (1989)]
III-3-3
|
| 19740 |
ameublement |
meublement:
mubblement (L216p Oirlo)
|
ameublement
III-2-1
|
| 23441 |
ampullen |
ampullen (<lat.):
ampulle (L216p Oirlo)
|
Het water- en het wijnkannetje die in de mis gebruikt worden, ampullen [pölle?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
| 18371 |
andere damesschoenen |
hoge hakken:
hogehakken (L216p Oirlo),
pumps (eng.):
pumps (L216p Oirlo),
hoge hakken
pumps (L216p Oirlo)
|
damesschoenen; inventarisatie overige soorten; betekenis/uitspraak [N 24 (1964)]
III-1-3
|
| 18659 |
andere nachtkleding |
ophaalbrug:
voor klep-bôks
ophaalbrug (L216p Oirlo),
pont-levis (fr.):
voor klepbôks
pont levie (L216p Oirlo)
|
nachtkleding: inventarisatie overige soorten; betekenis/uitspraak [N 25 (1964)]
III-1-3
|
| 18260 |
andere nachtkleding: nachtjas |
slaapjak:
sloop-jak (L216p Oirlo)
|
damesblouse, te dragen bij een rok [bloes, stelsel, jak, beskien, kazevek] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
| 25102 |
andere soorten regen |
avondregen:
avondregen
aovendraegen (L216p Oirlo),
avondsregen:
avondregen
aovesraegen (L216p Oirlo),
blaasjesregen:
blaasjesregen
bläöskesraegen (L216p Oirlo),
morgenregen:
morgenregen
maergeraegen (L216p Oirlo)
|
avondregen || harde regen, waarbij zich belletjes vormen || morgenregen
III-4-4
|
| 20656 |
andijvie |
andijvie:
andiēvie (L216p Oirlo)
|
andijvie
I-7
|