| 29421 |
pottenbakker |
pottenbakker:
pǫtǝbakǝr (Q197p Noorbeek)
|
Ambachtsman die uit klei potten en ander aardewerk vervaardigt. De woordtypen pottenman (Q 95, Q 193) en aardewerker (Q 95) werden in de betreffende plaatsen gebruikt voor een arbeider in een aardewerkfabriek. [L 34, 20; A 45, 34; N 49, 60a; monogr.]
II-8
|
| 21834 |
praatje |
kal:
kaal (Q197p Noorbeek)
|
een waarschijnlijk onwaar bericht [praatje, praat, spraak, mare] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
| 19320 |
pralerij |
bohei:
beheij (Q197p Noorbeek),
protserigheid:
protserigheid (Q197p Noorbeek)
|
een vertoon van grootheid [kasgenade, geneuk, paret] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
| 23382 |
preekstoel |
predikstoel:
prèdichsjtool (Q197p Noorbeek)
|
De preekstoel [preek-, prèèk-, predichsjtool?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
| 22687 |
prent(je) |
prent(je):
preentsje (Q197p Noorbeek),
printsje (Q197p Noorbeek)
|
Een plaatje, prentje, afbeelding [beeldeke]. [N 90 (1982)]
III-3-2
|
| 21206 |
prentbriefkaart |
aanzichtkaart:
anziechkaart (Q197p Noorbeek),
kaart:
kaart (Q197p Noorbeek)
|
een briefkaart waarop aan een zijde een afbeelding is afgedrukt [prentbriefkaart, zichtkaart, kaartbrief] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
| 19333 |
pret, schik |
spa (du.):
spas (Q197p Noorbeek),
vro:
vròè zieje (Q197p Noorbeek)
|
een gevoel van vrolijkheid en blijdschap waaraan men duidelijk uiting geeft [plezier, pret, lol, schik] [N 85 (1981)] || pret, genoegen verschaffend of veroorzakend; aangenaam [pertig, prettig] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
| 23414 |
priesterkoor |
koor:
koeër (Q197p Noorbeek),
priesterkoor:
priesterkoeër (Q197p Noorbeek)
|
Het achter de communiebanken gelegen, verhoogde voorste deel van de kerk, waar het hoofdaltaar en de koorbanken zich bevinden [koor, koeër, hoogkoor, priesterkoor?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
| 33740 |
prikkeldraad |
puntdraad:
pø̄ntdrǭt (Q197p Noorbeek),
tankeldraad:
takǝldrǭt (Q197p Noorbeek)
|
Twee- of driedraads gevlochten ijzerdraad van scherpe punten voorzien waarmee men een weide of een stuk grond afspant. [N M, 6b; N M, 6a; L 40, 73; JG 1b; L 32, 45 add.; Vld.; Gwn 16, 11; A 25, 4f; A 25, 8 add.; monogr.]
I-8
|
| 22356 |
priktol |
dok:
dok (Q197p Noorbeek)
|
Wurfkreisel.
III-3-2
|