17681 |
zenuw |
zenuw:
zenuw (L294p Neer)
|
zenuw [zeen] [N 10 (1961)]
III-1-1
|
34311 |
zeug met biggen |
eerste kriem:
irstǝ krēm (L294p Neer)
|
Vrouwelijk varken dat heeft gejongd. [N 19, 6; L 37, 49c; monogr.]
I-12
|
33397 |
zeugekooi |
kriemekooi:
krēmǝkōi̯ (L294p Neer)
|
De aparte kooi of betimmering in een varkenshok die verhindert dat de zeug de biggen met haar zware lijf dooddrukt. Vroeger werden daarvoor op ongeveer 15 tot 20 cm afstand van de bodem en van de muren van de stal houten balken van ongeveer 12 cm dikte aangebracht. De ruimte tussen balken en vloer kan dan door de biggen als vluchtweg gebruikt worden. Tegenwoordig bevindt de zeug zich in een apart hok, waarvan aan twee kanten de onderste plank ontbreekt zodat de biggen bij de tepels kunnen die door de openingen steken. [N 5A, 62a; N 19, 18; N 76, 41d]
I-6
|
19718 |
zeven |
zeven:
zeeve (L294p Neer)
|
zeven; Hoe noemt U: Door een zeef laten lopen (zeven, ziften) [N 80 (1980)]
III-2-1
|
33146 |
zeven met de handzeef |
zeven:
zēvǝ (L294p Neer)
|
Zaaigraan winnen uit het met de wan gezuiverde graan door het te zeven. [N 14, 41b, 42b en 43b; JG 1a, 1b; Wi 43; S 45; monogr.]
I-4
|
17693 |
zeveren |
zeveren:
Vgl. zeiverier.
zeivere (L294p Neer)
|
zeveren [zeivere, sabbere] [N 10a (1961)]
III-1-1
|
18804 |
zich bedenken |
zich bedenken:
zich bedinke (L294p Neer)
|
van besluit veranderen, van zijn mening terugkomen [zich bedenken, fineren] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
33860 |
zich bij het stappen op de voorhoeven trappen |
(zich) pakken:
pakǝ (L294p Neer)
|
[N 8, 75 en 79]
I-9
|
28605 |
zich een zwerm toeëigenen |
toeëigenen:
toeëigenen (L294p Neer)
|
Door een zwerm te volgen en aan een boom een teken, bijvoorbeeld een zakdoek, strowis of een tak, te bevestigen, kan de eigenaar zich volgens het imkerrecht bekend maken. Een oud gebruik in de imkerij is dat een zwerm eigendom van de vinder wordt, wanneer de echte eigenaar onbekend is (De Roever, pag. 327). [N 63, 82]
II-6
|
19004 |
zich gedragen |
zich patent gedragen:
zich petent gedraage (L294p Neer),
zich voegen:
zich veuge (L294p Neer)
|
zich goed gedragen [zich voegen, zich gevoegen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|