| 18931 |
verzuimen |
verzuimen:
verzōēme (Q196p Mheer)
|
nalaten te doen wat men opgedragen gekregen heeft of wat men beloofd heeft [verzuimen, schrikken, fouten] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
| 23312 |
vespers |
vesper (lat.):
də vɛ.spər (Q196p Mheer)
|
de vespers [RND]
III-3-3
|
| 18277 |
vest |
kamizool (<fr.):
kamezol (Q196p Mheer),
kamme-zol (Q196p Mheer),
kammezôl (Q196p Mheer),
vest:
ves (Q196p Mheer),
wal:
waal (Q196p Mheer)
|
de aarden wal rondom een stad of gracht [vesting, vest] [N 90 (1982)] || herenvest zonder mouwen met knopen [wes, west, weemeske, kolder, kamezool, zjielle, ziep, sentje [N 23 (1964)] || vest (kleedingstuk) [SGV (1914)] || vest (fr. gilet) [ZND 16 (1934)] || wit vest (manskledingstuk waarin het horloge gedragen wordt) [ZND 08 (1925)]
III-1-3, III-3-1
|
| 18533 |
vestzakje |
kamizoolstasje (<fr.):
kammezols-tèsjke (Q196p Mheer)
|
vestzakje [ziepzekse, weemesteske, vestjestes] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
| 33756 |
veulen |
veulen:
vø̄lǝ (Q196p Mheer)
|
Jong paard, gewoonlijk tot de leeftijd van twee en een half jaar. [JG 1a, 1b; A 4, 2d; L 20, 2d; L A1, 262; N 8, 1; Gwn 5, 10; RND 107; S 40; Wi 4; monogr.]
I-9
|
| 34535 |
vierdeel eieren |
vierdeel:
vidǝl (Q196p Mheer)
|
Een vierdeel eieren is volgens het WNT vooral een maat voor granen. Wat een vierdeel eieren inhoudt, is moeilijk na te gaan. De Diksjenaer van ''t Mestreechs zegt dat een viedel eieren een vierendeel van honderd plus één is, dus 26. Heel waarschijnlijk gaat het dus om een vierde deel van honderd.' [L 8, 44; monogr.]
I-12
|
| 22832 |
vieren |
vieren:
gəve.ərt (Q196p Mheer)
|
gevierd [RND]
III-3-2
|
| 20574 |
vieruursboterham |
koffiedrinken, het -:
’t koffiej dreenke (Q196p Mheer)
|
de maaltijd met brood rond 4 uur [N 07 (1961)]
III-2-3
|
| 21537 |
vijf centiem |
boeroet:
[sic]
eng boeroet (Q196p Mheer),
knabje:
ei knèbke (Q196p Mheer),
knepke (Q196p Mheer)
|
Bestaat er een dialectnaam voor een stuk van 5 centimes? [ZND 28 (1938)] || een muntstuk van vijf centimes (in België) [solleke, knepke, halve sol] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
| 21538 |
vijfentwintig centiem |
kwartfrank:
ei kwaartfrang (Q196p Mheer)
|
Bestaat er een dialectnaam voor een stuk van 25 centimes? [ZND 28 (1938)]
III-3-1
|