| 34632 |
de kar wipt |
kwikken:
(de kar) kwekt (K278p Lommel),
opslaan:
(de kar) sly. op (K278p Lommel),
opslǫn (K278p Lommel)
|
Als de kar op een verkeerde manier geladen is (zie de lemmata te licht in de rug en te zwaar in de rug), heeft ze de neiging om te wippen. [N 17, 96 + 99]
I-13
|
| 30052 |
de kelder uitgraven |
de kelder uitschieten:
dǝ kęldǝr øtsxitǝn (K278p Lommel)
|
De kelderruimte van het bouwwerk met behulp van de steekschop uitgraven. [N 30, 25b; monogr.]
II-9
|
| 28624 |
de koningin knippen |
de moer knippen:
de moer knippen (K278p Lommel)
|
De vleugels van de koningin of moer knippen. Men probeert hiermee het zwermen te verhinderen. [N 63, 96c; monogr.]
II-6
|
| 28630 |
de koningin merken |
tekenen:
tekenen (K278p Lommel)
|
Het duidelijk herkenbaar maken van de koningin door verf, lak, gekleurde plaatjes. Volgens informanten gebruikt men ook Tippex, gekleurd zilverpapier en nagellak. Een goedkoop en uitstekend middel tot herkenning zijn de staniolplaatjes. Men heeft ze in de kleuren rood, groen, zilver en goud. Elk jaar wordt een andere kleur gebruikt. Er zijn kleine nummertjes op gedrukt van 1 tot en met 100. Met kleefstof wordt één zo''n plaatje op het borststuk van de moer bevestigd. Het nummer geeft het individu aan en de kleur de ouderdom (De Roever, pag. 544). [N 63, 102a; N 63, 102b; Ge 37, 166; monogr.]
II-6
|
| 32732 |
de laatste voor ploegen |
(de voor) afslepen:
afslɛ̄pǝn (K278p Lommel),
(de voor) uitploegen:
ø̜t[ploegen] (K278p Lommel)
|
De laatste voor van het grote middendeel van een akker die men ploegde, kan op twee manieren worden afgewerkt. Als men een greppel wil laten ontstaan in verband met de waterafvoer (op lage gronden), dan ploegt men de laatste voor iets dieper dan de overige. Wil men daarentegen geen greppel overhouden, dan ploegt men de laatste voor ondiep uit en sleept men ze vervolgens dicht. De termen die in dit lemma onder A. zijn vermeld, werden opgegeven n.a.v. de vraag naar "de diepe middenvoor afwerken". Sommige ervan lijken ook bruikbaar voor het ploegen van de laatste voor in het algemeen. De onder B. opgenomen termen betreffen het ploegen van de laatste voor aan de zijkant(en). [N 11, 62; N 11A, 119e + 121e; div.; monogr.]
I-1
|
| 22538 |
de mei vieren |
de mei vieren:
de mei vieren (K278p Lommel)
|
de tractatie bij het plaatsen van die tak of vlag [N 112 (2006)]
III-3-2
|
| 34230 |
de melk inhouden |
in de hoorns trekken:
en dǝ høǝrǝs treʔǝn (K278p Lommel),
optrekken:
optrɛʔǝ (K278p Lommel)
|
Tijdens het melken plotseling geen melk meer geven, gezegd van de koe. [N 3A, 69; monogr.]
I-11
|
| 34231 |
de melk laten lopen |
(de melk) laten lopen:
lǫǝtǝ lōpǝ (K278p Lommel),
lǭwǝtǝ lōpǝ (K278p Lommel)
|
De melk uit de spenen laten vloeien. [N 3A, 70]
I-11
|
| 33869 |
de merrie bij de hengst brengen |
aanhengsten:
anhęŋstǝn (K278p Lommel)
|
[N 8, 43a en 43b]
I-9
|
| 33870 |
de merrie dekken |
dekken:
dęʔǝn (K278p Lommel),
springen:
spreŋǝn (K278p Lommel)
|
Zie afbeelding 11. [JG 1a, 1b; N 8, 43a en 43b]
I-9
|