| 29927 |
tegelzetter |
vloerder:
vlūrdǝr (K278p Lommel)
|
Arbeider die in een bouwwerk de vloer- en muurtegels plaatst. [N 32, 41d; N 30, 3e]
II-9
|
| 22429 |
tegen de bal schoppen |
wegschoppen:
wegschuppen (K278p Lommel),
wegsjotten:
wegschotten (K278p Lommel)
|
Hoe heet iets met een voetbeweging verwijderen in het voetbalspel om de bal in een richting te jagen: de bal ... [ZND 42 (1943)]
III-3-2
|
| 20243 |
tehuis voor ouden van dagen |
oudmannetjeshuis:
ààtmènnəkəshèùjs (K278p Lommel)
|
oude mannen huis
III-2-2
|
| 32965 |
telen, verbouwen |
optrekken:
ǫptręʔǝn (K278p Lommel)
|
Het voor gebruik tot ontwikkeling brengen van een gewas. Zie ook de meer specifieke lemma''s ''zaaien'' (2.1) en ''poten, planten'' in aflevering I.5. Voor twachten zie Rutten, Haspengouwsch Idioticon 239: "winnen van zaad". [N Q, 9; L 1 a-m; S 20; Wi 43; monogr.]
I-4
|
| 24004 |
ten doop houden |
het kind dragen:
het kend dragen (K278p Lommel)
|
Het ten doop houden, het vasthouden van het kind tijdens de doop. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
| 17632 |
tepel |
deem:
dēi̯ǝm (K278p Lommel),
deempjes:
dēmkǝs (K278p Lommel),
demen:
dēmǝn (K278p Lommel),
mem:
mem (K278p Lommel),
tepel:
tepels (K278p Lommel)
|
[L 49, 6b; A 30, 6b; Ge 1, 6b]borsttepels [N 10c (1995)] || Deem, speen, borst. [A 30, 6e; L 49, 6e; N 8, 39a, 39b en 40] || Welk woord bezigt men voor de tepel van een vrouwenborst? [DC 43 (1968)]
I-12, I-9, III-1-1
|
| 34320 |
tepel, tet |
deem:
dēm (K278p Lommel),
mem:
mɛm (K278p Lommel)
|
Het afzonderlijk melkgevend orgaan van het varken of de tepel. [N 19, 19a; JG 1a, 1b; L 49, 6d; A 30, 6d; G 1, 6d; monogr.]
I-12
|
| 20477 |
ter begrafenis gaan |
naar de begrafenis gaan:
na de begrafenis gaan (K278p Lommel)
|
ter begrafenis gaan [N 96D (1989)]
III-2-2
|
| 24069 |
teraardebestelling |
begrafenis:
begraffemis (K278p Lommel)
|
De teraardebestelling. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
| 19448 |
terras |
terras:
təras (K278p Lommel)
|
terras
III-2-1
|