| 21685 |
verkwanselen |
verfoetelen:
ps. omgespeld volgens Frings.
vərfutələ (L422p Lanklaar),
verkwanselen:
ps. omgespeld volgens Frings.
vərkwansələ (L422p Lanklaar)
|
Verkwanselen, op verachtelijke wijze verhandelen [vertuitelen, verkwanselen?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
| 21659 |
verlagen |
afzetten:
ps. omgespeld volgens Frings.
āfseͅtə (L422p Lanklaar),
āfzeͅttə (L422p Lanklaar)
|
verlagen, iets in prijs ~ [afzetten? b.v. de biggen zijn afgezet?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
| 27607 |
verlegdienst |
omlegdienst:
omlegdienst (L422p Lanklaar
[(Eisden)]
[Maurits])
|
In Nederland de dienst, in Belgiē de post die het transportmiddel in het oude pand van een pijler afbreekt en in het nieuwe pand weer opbouwt. Volgens Van der Maar verlegde men de transportmiddelen in de wisseldienst. [N 95, 494; monogr.; Vwo 224; Vwo 551]
II-5
|
| 28090 |
verleggen |
omleggen:
omleggen (L422p Lanklaar
[(Eisden)]
[Maurits])
|
Het transportmiddel in een pijler van het oude naar het nieuwe pand verplaatsen. In tegenstelling tot het "verschuiven" wordt de transportinstallatie daarbij gedemonteerd en in het nieuwe pand weer opgebouwd. [N 95, 493; monogr.; N 95, 267; Vwo 226; Vwo 549]
II-5
|
| 19888 |
verlichting |
illuminatie:
lymenāsi (L422p Lanklaar),
verlichting:
vərlēxteŋ (L422p Lanklaar)
|
illuminatie, verlichting [ZND 01 (1922)]
III-2-1
|
| 21393 |
verliezen |
verliezen:
vërleezë (L422p Lanklaar),
vərlĕzə (L422p Lanklaar)
|
Verliezen. [ZND m] || wij verliezen [ZND 08 (1925)]
III-3-2
|
| 27623 |
verlof, vrije dag |
congé:
congé (L422p Lanklaar
[(Eisden)]
[Winterslag, Waterschei]),
snipperdag:
snipperdag (L422p Lanklaar
[(Eisden)]
[Oranje-Nassau II, Emma, Hendrik])
|
Van vakantie spraken de mijnwerkers niet. Men nam een verlofdag en deze was dan "de mooiste werkdag". [N 95, 121; N 95, 122; N 95, 123; monogr.; N 95, 920; Vwo 248]
II-5
|
| 34165 |
verlopen |
zich verlopen:
(de koe heeft) six vǝrlǭu̯pǝ (L422p Lanklaar),
(de koe heeft) ˲sex ˲fǝrlǭu̯pǝ (L422p Lanklaar)
|
Na korte tijd van dracht een misgeboorte hebben, gezegd van de koe. [N 3A, 39a]
I-11
|
| 25098 |
vernielen |
verdestrueren:
ps. letterlijk overgenomen.
vertestëlëweerë (L422p Lanklaar)
|
vernielen [ZND 08 (1925)]
III-4-4
|
| 20644 |
verschalen |
verschalen:
veršālə (L422p Lanklaar)
|
verschalen [ZND 06 (1924)]
III-2-3
|