| 27781 |
ombraak |
omloop:
omloop (Q112a Heerlerheide
[(Oranje-Nassau I-IV)]
[Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden]),
wagenomloop:
wāgǝomlōp (Q112a Heerlerheide
[(Oranje-Nassau I-IV)]
[Zwartberg, Eisden])
|
Een gang om de hoofdschacht dienend voor het omleiden van het vervoer. [N 95, 185; N 95, 695; N 95, add.; Vwo 251; Vwo 548; Vwo 552; monogr.]
II-5
|
| 33745 |
omheinen |
afrasteren:
āfrastǝrǝ (Q112a Heerlerheide)
|
Iets omgeven met een omheining, meest van toepassing op een weiland. [N 14, 63; L 32, 45; A 25, 9; Gwn 16, 11; Vld.; monogr.]
I-8
|
| 33792 |
omhulsel van het teellid |
koker:
kōkǝr (Q112a Heerlerheide),
sloek:
šluk (Q112a Heerlerheide),
sluif:
slȳf (Q112a Heerlerheide)
|
Schede van de roede. [JG, 1b; N 8, 36 en 37b]
I-9
|
| 28370 |
omkeerrol |
keerrol:
kīrrǫl (Q112a Heerlerheide
[(Oranje-Nassau I-IV)]
[Domaniale])
|
Rol aan het eind van de bandtransporteur waarover de band weer wordt teruggevoerd. [N 95, 642; monogr.]
II-5
|
| 33651 |
omwalde akker |
kamp:
kamp (Q112a Heerlerheide)
|
Een akker welke omsloten is door een akkerwal, een brede gracht of door bossen. [N 11, 2e; N 11, 2f; N 27, 3b; A 10, 4; monogr.]
I-8
|
| 34211 |
omweiden |
omweiden:
ǫmwɛi̯jǝ (Q112a Heerlerheide)
|
Het geregeld verplaatsen van vee. [N 3A, 11; monogr.]
I-11
|
| 27666 |
onder de douche staan |
poekelen:
pukǝlǝ (Q112a Heerlerheide
[(Oranje-Nassau I-IV)]
[Emma, Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV])
|
Gebruik was dat de mijnwerkers bij het douchen elkaar de rug wasten. Volgens een informant van Q 121 was dit gebruik op de Domaniale mijn na de Eerste Wereldoorlog (1914-1918) door Duitse werknemers ingevoerd. De informant uit Q 12 zegt dat dit gebruik in België niet bestond. Dit laatste wordt echter tegengesproken door de opgaven van Q 3 voor de mijnen Winterslag en Waterschei en L 422 voor de mijn van Eisden! De informant uit L 417 vermeldt daarentegen dat de mijnen Zwartberg en Waterschei aparte douchecellen kenden en dat het gebruik van elkaar de rug wassen daar niet bestond. [N 95A, 4; N 95, 71; monogr.]
II-5
|
| 34608 |
onderbak |
onderbak:
ondǝrbak (Q112a Heerlerheide)
|
Onder de kar opgehangen laadvloertje. [N 17, 86]
I-13
|
| 18401 |
ondergoed |
ondergoed:
ongergoot (Q112a Heerlerheide),
onderwas:
onderwesch (Q112a Heerlerheide)
|
ondergoed, onderkleren [t onderdinge] [N 25 (1964)]
III-1-3
|
| 27174 |
ondergronds |
ondenin:
oŋǝne (Q112a Heerlerheide
[(Oranje-Nassau I-IV)]
[Domaniale]),
onderaardig:
oŋǝrę̄deš (Q112a Heerlerheide
[(Oranje-Nassau I-IV)]
[Oranje-Nassau II, Emma, Hendrik]),
ondergronds:
oŋǝrgronts (Q112a Heerlerheide
[(Oranje-Nassau I-IV)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV])
|
Beneden in de mijn onder de grond. [N 95, 113; monogr.]
II-5
|