| 24594 |
groene berkentak |
mei:
indien afgehakt en in de grond geplaatst bij feest of processie
mēͅ.i̯ m. (Q202p Eys)
|
Een groene berketak (berkemei). [N 82 (1981)]
III-4-3
|
| 20778 |
groente |
groens:
gr‧ø̄ns (Q202p Eys),
groente:
greunte (Q202p Eys)
|
De gewassen die door mensen als voedsel worden gebruikt in het algemeen (groente, potazzie). [N 82 (1981)]
III-2-3
|
| 33503 |
groente, algemeen |
groens:
gr‧ø̄ns o. (Q202p Eys),
groente:
greunte (Q202p Eys)
|
De gewassen die door mensen als voedsel worden gebruikt in het algemeen (groente, potazzie). [N 82 (1981)]
I-7
|
| 20595 |
groenten bij elkaar zoeken |
zeumeren:
suumere (Q202p Eys),
zeumere (Q202p Eys)
|
Hoe noemt U: Groenten bij elkaar zoeken (moezelen) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
| 22193 |
groep (duiven) |
groep:
groep (Q202p Eys),
troep:
(m.).
tru.p (Q202p Eys)
|
Hoe benoemt U allerlei vormen van vliegen: in groep vliegen? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
| 21329 |
grof |
grof:
groaf (Q202p Eys)
|
grof [SGV (1914)]
III-3-1
|
| 17547 |
grof gebouwd |
fors:
foͅ.rš (Q202p Eys),
grof:
gröaf (Q202p Eys)
|
Grof gebouwd: groot, zwaar (struis, grof). [N 84 (1981)]
III-1-1
|
| 19979 |
grommen |
grommen:
gromme (Q202p Eys)
|
Hoe noemt u een dof, laag, grommend geluid voortbrengen, gezegd van honden (grauwelen, gronzen, grommen, grozen, grollen) [N 83 (1981)]
III-2-1
|
| 33321 |
grond waarop de boerderij staat |
goed:
gōt (Q202p Eys)
|
Vaak zijn boerderijen op een natuurlijke lichte verhoging in het terrein gebouwd. Naast de meer algemene benamingen van de plek waarop het bedrijf ligt, vinden we dan ook enkele specifiek op die hoogte betrekking hebbende benamingen. Ze staan achter in het lemma bijeen. [N 5A, 74a; A 10, 1; monogr.]
I-6
|
| 33674 |
grond, aarde |
aarde:
ē̜t (Q202p Eys),
grond:
gront (Q202p Eys)
|
De algemene benaming. [S 1, 7, 11, 42; Wi 52; R III, 5, 6, 7, 8; L A1, 150; Vld.; N 18, add.; monogr.]
I-8
|