| 20855 |
eten (ww.) |
eten:
eiətə (Q202p Eys),
ēətə (Q202p Eys)
|
eten [DC 35 (1963)], [DC 37 (1964)]
III-2-3
|
| 18047 |
etter |
netter:
nĕtter (Q202p Eys)
|
etter [SGV (1914)]
III-1-2
|
| 23610 |
evangelie |
evangelie:
evangelie (Q202p Eys)
|
De tweede lezing, het evangelie [t evangillie, evangjillióm?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
| 32843 |
evenaar, tweespanszwenghout |
warselen:
wē ̞ǝšǝlǝ (Q202p Eys)
|
De balans of het dubbele zwenghout is het dwarse verbindingsstuk tussen een (zwaar) akkerwerktuig en de beide zwenghouten van een tweespan. Zie afb. 99. Bij de betrokken woordtypen hieronder is in (d)wars e.d. steeds de a als klinker aangehouden, ook al beantwoordt aan de dialectvarianten meestal een type met e (dwerg e.d.) of ee (dweers e.d.). Voor het ''...''-gedeelte van sommige varianten zij verwezen naar het lemma ''zwenghout''. De daar onderscheiden typen eegdhaam, eeghaam, eghaam en hun varianten zijn in dit lemma door ''eghaam'' resp. ''eghaam'' gesubstitueerd. [JG 1b + 1c + 1d + 2c; N 11, 34b; N 11A, 104; N 13, 87 add.; N 17, 69b add.; div.; monogr.]
I-2
|
| 30150 |
ezelsrug |
ezelsrug:
ē̜zǝlsrø̜k (Q202p Eys)
|
Een uit metselstenen vervaardigd en aan weerszijden enigszins overstekend, kapvormig bovendeel van een muur. Zie afb. 43. [N 31, 43a; monogr.]
II-9
|
| 22485 |
fakkeloptocht |
fakkelzug (<du.):
fakkeltsog (Q202p Eys)
|
Een optocht s avonds of s nachts waarbij fakkels meegedragen worden. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
| 20172 |
familie |
familie:
famielie (Q202p Eys),
v.
fami.ləə (Q202p Eys)
|
het geheel van bloedverwanten van dezelfde naam [familie, volk, parentatie, vriend] [N 87 (1981)]
III-2-2
|
| 22664 |
fanfare |
fanfare:
fanfaar (Q202p Eys),
fanfār (Q202p Eys)
|
Een muziekkorps dat bestaat uit koperen blaasinstrumenten en slagwerk [fanfare, fanfaar, muziek]. [N 90 (1982)]
III-3-2
|
| 22431 |
feest |
feest:
feͅs (Q202p Eys),
kermis?:
kerəməs (Q202p Eys),
kirmes (Q202p Eys)
|
De bijeenkomst en samenzijn ter viering van een heuglijk feit of een gedenkdag [feest, kermis, begankenis]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
| 22511 |
feest bij de ondertrouw |
polteren:
poltere (Q202p Eys),
van de wet trouwen:
ouders van de bruid op visite bij ouders van de bruidegom
van də weͅt troͅuə (Q202p Eys)
|
Het feest bij de ondertrouw [hoog]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|