| 34240 |
geronnen melk |
bedorven melk:
bǝdǫrvǝ mǝlk (Q007p Eisden),
zure melk:
zur mɛlk (Q007p Eisden)
|
Melk die door het lange staan dik en zuur is geworden. [L 2, 7; A 7, 15; monogr.]
I-11
|
| 32979 |
gerst |
gerst:
gē.st (Q007p Eisden),
gēs (Q007p Eisden)
|
Hordeum L. De gerstteelt was in Belgisch Limburg betrekkelijk zeldzaam. Bij zomergerst wordt aangetekend: vooral bestemd voor de brouwerij; bij wintergerst: vooral bestemd als veevoer. Volgorde varianten van gerst: 1. met "rst" in de auslautgroep; 2. met "st"; 3. met "rs"; en 4: met alleen "s" in de auslautgroep; zie de eerste klankkaart [kaart 6]; in de tweede klankkaart [kaart 7] is de geografische verspreiding van het vocalisme weergegeven. Zie afbeelding 1, d. [JG 1a, 1b; L A1, 127; L 1 a-m; L 24, 6a; L lijst graangewassen, 2; R 3, 24; S 10; Wi 53; monogr.]
I-4
|
| 21100 |
gerstebier |
gerstebier:
(clair)
geestebair (Q007p Eisden)
|
gerstenbier [ZND 24 (1937)]
III-2-3
|
| 18312 |
geruite jurk |
geruiterd kleed:
gərütərt kleͅit (Q007p Eisden)
|
jurk van geruite stof [ruutekeskleid] [N 24 (1964)]
III-1-3
|
| 21595 |
geschiedenis |
geschiedenis:
vertelle: e van elle zoals in t Frans elle
n geschiedenis vertelle (Q007p Eisden)
|
Een geschiedenis vertellen [ZND 24 1937)]
III-3-1
|
| 33790 |
geslachtsorgaan van de hengst als geheel |
gemecht:
gǝmɛx (Q007p Eisden)
|
[JG, 1b; N 8, 36 en 37b]
I-9
|
| 34063 |
geslachtsrijpe koe |
dekrind:
dēkrēntj (Q007p Eisden)
|
Jong rund dat oud genoeg is om gedekt te worden. [N 3A, 23]
I-11
|
| 33328 |
gesloten boerderijtype |
geleg:
[geleg] (Q007p Eisden),
gesloten boerderij:
gǝslōtǝ [boerderij] (Q007p Eisden),
gesloten hof:
gǝslōtǝn hof (Q007p Eisden)
|
De bouwdelen van dit boerderijtype omsluiten het erf aan alle vier de zijden; in Nederland wordt dit type wel de "Limburgse hoeve" genoemd. Voor de fonetische documentatie van de woorden tussen vierkante haken wordt verwezen naar het lemma "boerderij, algemeen"(1.1.1). Zie kaart 4, het Ten Geleide van deze aflevering en afbeelding 6. [N 4A, 4]
I-6
|
| 23491 |
gesloten kapelletje? |
dankkapelletje:
dankkapelke (Q007p Eisden),
veldkapelletje:
veld kapelke (Q007p Eisden),
veldkapelke (Q007p Eisden)
|
Een kapelletje waar men niet in kan, waarin achter traliewerk een kruis of een beeld staat. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
| 34394 |
gesneden mannelijk schaap |
hamel:
ā.mǝl (Q007p Eisden)
|
[N 19, 65a; JG 1a, 1b, 1c, 2c; AGV m 3; A 2, 46; A 4, 22a; R 3, 24; N 77, add.; L 39, 44; L 20, 22a; L 5, 30b; Wi 12; monogr.]
I-12
|