| 23414 |
priesterkoor |
koor:
koeër (Q007p Eisden, ...
Q007p Eisden)
|
Het achter de communiebanken gelegen, verhoogde voorste deel van de kerk, waar het hoofdaltaar en de koorbanken zich bevinden [koor, koeër, hoogkoor, priesterkoor?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
| 23307 |
priestersteek met ronde luifel |
steek:
stek (Q007p Eisden)
|
priestersteek met ronde luifel [N 25 (1964)]
III-3-3
|
| 24041 |
priesterwijding |
priesterwijding:
priesterwi-jing (Q007p Eisden)
|
De Priesterwijding. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
| 22862 |
prijzen (mv.) |
prijzen:
prizə (Q007p Eisden)
|
prijzen (mv.) [RND]
III-3-2
|
| 33740 |
prikkeldraad |
pikdraad:
pekdrǭt (Q007p Eisden)
|
Twee- of driedraads gevlochten ijzerdraad van scherpe punten voorzien waarmee men een weide of een stuk grond afspant. [N M, 6b; N M, 6a; L 40, 73; JG 1b; L 32, 45 add.; Vld.; Gwn 16, 11; A 25, 4f; A 25, 8 add.; monogr.]
I-8
|
| 22356 |
priktol |
dop:
dop (Q007p Eisden),
Oorpr. opg. bij 21!
doͅp (Q007p Eisden),
ijsdop:
ijsdop (Q007p Eisden)
|
Gewone tol (die met een koord wordt geslingerd). [ZND 01u (1924)] || Hoe noemt men een dergelijk stuk speelgoed dat in bezeging wordt gebracht met behulp van een touwtje dat er omheen wordt gedraaid? [priktol] [Lk 03 (1953)] || Priktol (= werptol: door middel van een erom gewonden touw werpt men hem draaiend op de grond). [ZND 16 (1934)]
III-3-2
|
| 21515 |
proces-verbaal |
proces-verbaal:
de kregs e perses(verbaal) (Q007p Eisden)
|
Proces-verbaal. [ZND 05 (1924)]
III-3-1
|
| 28011 |
produktiegereed |
vaardig:
vę̄rdex (Q007p Eisden
[(Eisden)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV])
|
Gezegd van een pijler die gereed is om in produktie gebracht te worden. [N 95, 198]
II-5
|
| 19272 |
profiteren |
profiteren:
van de occasie profiteere (Q007p Eisden),
Ik heb ervan geprofiteerd (uit iets voordeel trekken).
ich əp tə van geprofitairt (Q007p Eisden)
|
Van de gelegenheid (occasie) profiteren. [ZND 40 (1942)]
III-1-4
|
| 18190 |
pronkveer op een hoed |
pluim:
ploem, pluumke (Q007p Eisden),
plom (Q007p Eisden)
|
Pluim, pluimpje. [ZND 05 (1924)] || pronkveer op een hoed [N 25 (1964)]
III-1-3
|