| 18521 |
colbert met één rij knopen |
eenrijig:
[(spelling) Van Dale: -rijig]
èèn-rijjig (Q198p Eijsden)
|
een colbert met een rij knopen [N 59 (1973)]
III-1-3
|
| 18518 |
colbertjasje |
colbert (fr.):
kolbaer (Q198p Eijsden),
jasje:
jeske (Q198p Eijsden)
|
colbertjasje, (korte) jas van een kostuum [N 23 (1964)] || het colbert [N 59 (1973)]
III-1-3
|
| 19823 |
commode, ladenkast |
commode:
koͅmōt (Q198p Eijsden)
|
commode [SGV (1914)]
III-2-1
|
| 21308 |
compagnie |
compagnie (fr.):
kompenĕj (Q198p Eijsden)
|
compagnie [SGV (1914)]
III-3-1
|
| 21224 |
compartiment |
coup (fr.):
coepé (Q198p Eijsden)
|
compartiment [N 102 (1998)]
III-3-1
|
| 22829 |
concert |
concert (fr.):
conzēr (Q198p Eijsden)
|
concert [SGV (1914)]
III-3-2
|
| 33917 |
cornage |
cornard (adj., fr.):
kǫrnart (Q198p Eijsden)
|
Cornage of chronische dempigheid is kwaadaardiger dan dempigheid. Ze is ongeneeslijk. De doorstroming van de lucht wordt belemmerd door een vernauwing van het strottenhoofd, veroorzaakt door een verlamming van de zenuwen die de stembanden bedienen. De in- en uitademing gaat gepaard met een piepend geluid. [JG 1b; A 48A, 38b; N 8, 87 en 88; N 52, 24 en 25; monogr.]
I-9
|
| 28731 |
coupeur |
coupeur:
kupø̄r (Q198p Eijsden)
|
Knipper of kleermaker die de maat neemt en de stof snijdt. [N 59, 197b]
II-7
|
| 28753 |
crÊpe georgette |
georgette:
georgette (Q198p Eijsden)
|
Zijden, kunstzijden of kamgaren weefsel met overdraaide ketting- en inslagdraden. Effen binding (Bonthond s.v. ø̄crêpe-georgetteø̄). [N 62, 75c; N 62, 75d; N 62, 76; N 59, 201]
II-7
|
| 32810 |
cultivator, extirpator |
zevenschaarder:
zīǝvǝšē̜rdǝr (Q198p Eijsden)
|
De cultivator, extirpator of woeleg is een 3- of 4-wielig of op twee lopers voortglijdend akkerwerktuig met op een schaar eindigende tanden, die d.m.v. een hefboom tegelijk versteld kunnen worden. Aan het raam van een wielcultivator zitten 5 of meer C-vormige veertanden (zie afb. 77) of rechte stelen (zie afb. 78), die elk van een pijlvormige beitel, resp. een kleine dubbelschaar zijn voorzien. Dit lemma betreft de cultivator in het alge-meen. Voor termen die op de sleepcultivator toepasselijk zijn, zie men het volgende lemma. Wat in het onderstaande met ''eg'' en ''eg'' bedoeld wordt, is aangegeven in het lemma ''eg''. [JG 1a + 1b+ 1d + 2c; N 11, 78a; N 11A, 150a + c; N J, 10; N 18, 52 add.; div.; mono-gr.]
I-2
|