| 25272 |
are, maat van 100 m2 |
are:
are (Q027p Doenrade),
áár (Q027p Doenrade),
⁄n aar (Q027p Doenrade)
|
de maat die een oppervlakte aangeeft van 100 vierkante meter [are] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
| 18239 |
armband |
armband:
armbantj (Q027p Doenrade)
|
band- of ringvormig, gewoonlijk metalen sieraad dat om de arm of pols gedragen wordt [armband, bracelet] [N 86 (1981)]
III-1-3
|
| 21709 |
armbestuur |
armbestuur:
aermbestuur (Q027p Doenrade),
ermbesjtuur (Q027p Doenrade),
ermbestuur (Q027p Doenrade)
|
de instelling die zich tot doel stelt arme mensen te ondersteunen [arme, armekom-mer, grootvaal, armbestuur] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
| 23355 |
armenbanken |
vrije plaatsen:
vrieplaatse (Q027p Doenrade)
|
De banken achter in de kerk, die niet werden verpacht [gemeine banken, vrije banken, ermebanke, vrije plaatsen?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
| 28951 |
armkogel |
armslok:
ęrmslǭk (Q027p Doenrade)
|
De ronding in de armsgatuitsnijding. [N 59, 101b]
II-7
|
| 21294 |
armoedig |
armelijk:
ermerlik (Q027p Doenrade),
armoedig:
ärmuidig (Q027p Doenrade)
|
armoedig [SGV (1914)]
III-3-1
|
| 28950 |
armsgatuitsnijding |
armslok:
ęrmslǭk (Q027p Doenrade)
|
De uitsnijding voor de mouw bij het colbert. [N 59, 101a]
II-7
|
| 25055 |
armvol |
armvol:
ene erm vol (Q027p Doenrade),
ervel (Q027p Doenrade)
|
de hoeveelheid die men met de armen kan omvatten [armvol, elver, ervel, speet] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
| 21570 |
arresteren |
vastzetten:
vaszettə (Q027p Doenrade)
|
iemand in hechtenis nemen [bekommeren, arresteren] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
| 32672 |
asblok |
asbed:
as˱bęt (Q027p Doenrade)
|
Houten blok met aan de onderzijde een gleuf waarin de metalen as bevestigd wordt, ter versteviging van de as. Zie verder ook WLD I.1 voor het asblok van de ploeg. [N 17, 40 + 44j + 50b + 51; N G, 48a; JG 1a; JG 1b; JG 1c; JG 2b; monogr.]
I-13
|