| 21842 |
(blijven) plakken |
(blijven) plekken:
plèkkə (Q027p Doenrade)
|
lang in een café blijven zitten of lang bij iemand op bezoek blijven [plakken] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
| 22127 |
(de kapsule) in de klok stoppen |
in de klok werpen:
in de klok werpe (Q027p Doenrade)
|
de ijzeren kapsule (met ring) in de klok stoppen? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
| 21951 |
(eieren) leggen |
(eieren) leggen:
eijer likke (Q027p Doenrade),
lègge (Q027p Doenrade)
|
Hoe heet verder: eieren leggen? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
| 21402 |
(geen) waarde |
(geen) waarde:
(e iets korter).
wêrd (Q027p Doenrade)
|
waarde (dat heeft geen ~) [SGV (1914)]
III-3-1
|
| 22110 |
(het) lossen |
lossen:
doeve weère gelost (Q027p Doenrade),
losse (Q027p Doenrade)
|
het lossen zelf? [N 93 (1983)], [N 93 (1983)]
III-3-2
|
| 18809 |
(iets) bevinden |
keuren:
kūūrə (Q027p Doenrade)
|
vaststellen als resultaat van een waarneming of onderzoek [bevinden, keuren] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
| 22004 |
(ijzeren) kapsule |
busje:
u buske (Q027p Doenrade),
’t buske (Q027p Doenrade),
huls:
Opm. v.d. invuller: dit woord wordt het meest gebruikt!
un huls (Q027p Doenrade)
|
Hoe heet die kapsule? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
| 21779 |
(kleine) zelfstandige |
<omschr.> een eigen bedrijf hebben:
een eege bedrief höbbe (Q027p Doenrade)
|
Noem het (dialect)woord voor: een kleine zelfstandige? [middenstander] [N 102 (1998)]
III-3-1
|
| 21955 |
(melk) voederen |
voederen:
pap voore (Q027p Doenrade),
voôre (Q027p Doenrade)
|
Hoe heet verder: het opgeven van die melk aan de jongen? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
| 22494 |
(overige) kaartspelen |
mouselen:
[cf. < mise-mouse? http://home.hetnet.nl/~svmarken/Diversen/Mise-mousen.htm]
mousjele (Q027p Doenrade),
skaten:
[< skaat]
skaate (Q027p Doenrade)
|
Namen [en beschrijving] van diverse kaartspelen zoals: [bonken, eenentwintigen, hoogjassen, kajoeteren, klaverjassen, kwetten, kruisjassen, liegen, pandoeren, petoeten, schuppemiejen, smousjassen, tikken, toepen, wijveren, zwartebetten, zwartepieten, zwik [N 88 (1982)]
III-3-2
|