e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Broeksittard

Overzicht

Gevonden: 1132
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kruik kruik: kroek (Broeksittard) kruik [SGV (1914)] III-2-1
kruim kruim: kroem (Broeksittard) kruim [SGV (1914)] III-2-3
kruin kruin: kruin (Broeksittard) kruin [SGV (1914)] III-1-1
kruis kruis: kruuts (Broeksittard) kruis [SGV (1914)] III-3-3
kruisbeeld kruis: kruuts (Broeksittard) Kruisbeeld [slivvenier, kruus, kruussefiks]. [N 06 (1960)] III-3-3
krullen krullen: krolle (Broeksittard) krullen [SGV (1914)] III-1-1
kuip kuip: kūp (Broeksittard) In het algemeen een wijd vat, meestal van hout, van boven open en daar ook iets wijder dan aan de onderzijde. [N E, L; S 19; L 1a-m; L 17, 18a; monogr.] II-12
kuiper kuiper: kȳpǝr (Broeksittard) Vakman die houten kuipen, vaten en tonnen vervaardigt. [A 32, 10; S 20; L 1a-m; L 29, 13; monogr.] II-12
kuit griezel: grezele (Broeksittard), kuit: kuut (Broeksittard) kuit [SGV (1914)] || kuit (ve vis) [SGV (1914)] III-1-1, III-4-2
kwaadspreekster klappei: klappei (Broeksittard) klappei [SGV (1914)] III-1-4