e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Baelen

Overzicht

Gevonden: 421
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
karnemelk botermelk: bō.tǝrmī.lǝk (Baelen) De voeistof die van de room overblijft als de boter gemaakt is. Op de kaart is het woordtype botermelk niet opgenomen. [L 1u, 103; L 27, 30; JG 1a, 1b; R 3, 49 en 71; S 17; S 23 add.; A 7, 16; RND 100; Gwn 10, 3; Vld.; monogr.] I-11
keel, strot strot: ṣtru.ət (Baelen) strot [RND] III-1-1
keelpijn halspijn: ho:spiŋ (Baelen) keelpijn [RND] III-1-2
kegel kegel: kegel (Baelen) Kegel. [Willems (1885)] III-3-2
kegelen kegelen: hy wɛrt ne:t mi gəke:gəlt (Baelen) met de kegels wordt er niet meer gespeeld [RND] III-3-2
kegels (mv.) kegelen: kēgele (Baelen) Kegel. [Willems (1885)] III-3-2
kelder kelder: keͅldər (Baelen) kelder [RND] III-2-1
kermis kermis: en kêrmess (Baelen), kirməs (Baelen) kermis [RND] || Kermis. [Willems (1885)] III-3-2
kever, tor kever: këever (Baelen) kever [Willems (1885)] III-4-2
kikker kwakvros: kwakvrøyš (Baelen) kikvors, puit [RND] III-4-2