| 21100 |
gerstebier |
gerstebier:
gestebier (L282p Achel)
|
gerstenbier [ZND 24 (1937)]
III-2-3
|
| 18312 |
geruite jurk |
geruit kleed:
gərut klīəd (L282p Achel)
|
jurk van geruite stof [ruutekeskleid] [N 24 (1964)]
III-1-3
|
| 21595 |
geschiedenis |
fijn, een ~:
n fien vertèllen (L282p Achel),
vertelseltje:
een vertelselke vertellen (L282p Achel),
i vertelselke vertèllen (L282p Achel),
wat:
wa verdellen (L282p Achel)
|
Een geschiedenis vertellen [ZND 24 1937)]
III-3-1
|
| 20475 |
geslacht |
familie:
familie (L282p Achel)
|
de gezamenlijke afstammelingen van een gemeenschappelijke stamvader, geslacht [natie, familie] [N 115 (2003)]
III-2-2
|
| 17712 |
geslachtsdelen (alg.) |
geval:
geval (L282p Achel)
|
geslachtsdelen in het algemeen [N 10c (1995)]
III-1-1
|
| 20312 |
geslachtsgemeenschap hebben |
dekken:
dèkken (L282p Achel),
nummertje maken:
nummerke maken (L282p Achel),
poepen:
poepen (L282p Achel),
bijslapen
poepen (L282p Achel)
|
geslachtsgemeenschap uitoefenen [N 10C (zj)] || sexuele omgang hebben
III-2-2
|
| 33790 |
geslachtsorgaan van de hengst als geheel |
gemecht:
gǝmɛx (L282p Achel)
|
[JG, 1b; N 8, 36 en 37b]
I-9
|
| 34063 |
geslachtsrijpe koe |
vaars:
vɛǝrs (L282p Achel)
|
Jong rund dat oud genoeg is om gedekt te worden. [N 3A, 23]
I-11
|
| 33328 |
gesloten boerderijtype |
gesloten hoeve:
gǝslōtǝn huf (L282p Achel)
|
De bouwdelen van dit boerderijtype omsluiten het erf aan alle vier de zijden; in Nederland wordt dit type wel de "Limburgse hoeve" genoemd. Voor de fonetische documentatie van de woorden tussen vierkante haken wordt verwezen naar het lemma "boerderij, algemeen"(1.1.1). Zie kaart 4, het Ten Geleide van deze aflevering en afbeelding 6. [N 4A, 4]
I-6
|
| 23491 |
gesloten kapelletje? |
kapelletje:
kapelleke (L282p Achel)
|
Een kapelletje waar men niet in kan, waarin achter traliewerk een kruis of een beeld staat. [N 96A (1989)]
III-3-3
|