21847 |
aanhoudend vragen |
bedelen:
beedele (Q095a Caberg),
zaniken:
zanike (Q095a Caberg)
|
aanhoudend vragen om iets te krijgen [kutten] [N 87 (1981)] || alsmaardoor blijven vragen [maren] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
18887 |
aanstaan |
bevallen:
(huidige benaming).
bevalle (Q095a Caberg),
gaden:
(oude benaming).
gaoje (Q095a Caberg)
|
behagen, bevallen, aangenaam zijn [gaden, gaaien, aanstaan] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
18970 |
aanstoot geven |
aanstoot geven:
aonstoet geeve (Q095a Caberg)
|
mensen ontstemming of ergernis geven door onzedelijk gedrag [geven] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
18813 |
aanwijzen |
wijzen:
wieze (Q095a Caberg)
|
arm en hand uitstrekken naar iets of in de richting van iets om er de aandacht op te vestigen of om het te tonen [duiden, wijzen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
20538 |
aardappelen stampen |
fijnstampen:
(fien) stampə (Q095a Caberg),
pureren:
pureere (Q095a Caberg)
|
stampen; Hoe noemt U: Fijnmaken van b.v. aardappelen (deisteren, moezelen, moezen, britsen) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
33482 |
aardbei |
aardbes:
ēͅrbeͅi̯s (Q095a Caberg),
WBD/WLD
eerbeys (Q095a Caberg)
|
[DC GV (1935) M]De bekende, fris smakende rode vrucht van de aardbeienplant (aadbissem, aardbeer, aardbees, jaarbees, aardbezie, freis). [N 82 (1981)]
I-7
|
18905 |
aarden |
aard derin krijgen:
aard d⁄rin kriege (Q095a Caberg),
aarden:
aarde (Q095a Caberg)
|
zich op een andere plaats waar men zich gevestigd heeft, thuis gaan voelen [aarden, de aard krijgen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
19283 |
aarzelen |
drezemen?:
dreijseme (Q095a Caberg, ...
Q095a Caberg)
|
bang om iets te doen, niet durven doen [aarzelen, twijfelen, tukken, treuzelen, teutelen, draaien] [N 85 (1981)] || uit besluiteloosheid zich weerhouden, niet goed durven [aarzelen, dubben, teutelen, pieraarzen, dobben] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
18854 |
achterdochtig |
achterdochtig:
achterdochtig (Q095a Caberg)
|
een kwaad vermoeden over iemands handelingen of bedoelingen hebbend [achter-koutig, achterkousig, achterdochtig] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
17951 |
achteruitgaan |
teruggaan:
Recentere variant.
trük goon (Q095a Caberg),
wijken:
Oudere variant.
wīēke (Q095a Caberg)
|
Achteruitgaan (wijken, deinzen). [N 84 (1981)]
III-1-2
|