22868 |
sleuteltol |
dop:
dob (Q099p Meerssen),
dop (P187p Berlingen, ...
P185p Engelmanshoven,
L371p Ophoven),
Der dop en der knool, die men ook wel met een touw en stuk hout deed rollen, dragen de zelfde namen.
dob (Q121p Kerkrade),
knool:
Der dop en der knool, die men ook wel met een touw en stuk hout deed rollen, dragen de zelfde namen.
knool (Q121p Kerkrade),
Een dergelijk speelgoed is hier zover mij bekend nooit anders genoemd dan eveneens een knouwel.
knouwəl (Q222p Vaals),
kokkerel:
koekerel (Q002p Hasselt),
muziekdop:
muziekdop (P118a Wijer),
ronker:
ronker (Q075p Vliermaalroot),
scheitol:
schejtol (L215a Wellerlooi),
spenderik:
[sic]
spəndərək (Q008p Vucht),
spoel?:
spool (L320p Hunsel),
tang:
[sic]
taŋ (P213p Niel-bij-St.-Truiden),
tol:
tol (L192p Bergen),
trekdop:
Vaak gebruikt in een omgekeerde tafel waarin kegeltjes werden gezet.
trekdop (Q036p Nuth/Aalbeek),
trektol:
trektol (L214p Wanssum),
zettol:
zettôl (L246p Horst),
zijpenspringer:
ziepeschprênger (Q021p Geleen),
ziepəspringər (L424p Meeswijk),
De informant meent dat dit de naam was.
zīpə-sprèngər (L381b Pey),
zijpenspringerd:
siebespringert (L318p Stramproy),
zukenspringer?:
[sic]; vgl. zelfgemaakte tol
zukespringer [zy(3)̄kə:spreŋər} (L369p Kinrooi),
{z. toel.}:
Kan het me nog uit mijn jeugd herinneren. In de houten sleutel werd een gat gebrand. Of er een aparte naam voor was weet ik niet.
/ (Q015p Stein)
|
Hoe noemde men een dergelijk stuk speelgoed, vroeger wel in sommige streken bekend, dat met behulp van een touw en een houten sleutel in beweging werd gebracht? [DC 24 (1953)], [Lk 03 (1953)]
III-3-2
|