e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
huurpenning daghuur: daghy(3)̄r (Beverlo), drinkgeld: (h)ət dreŋkxɛlt (Tongeren), dreͅjŋkgeͅjlt (Kortessem), driŋkgɛ̄lt (Eksel), godcent: goeĕtsent (Zutendaal), goetcent (Zutendaal), godsalder: yoͅ‧t.shaldər (Eupen), handgeld  goadshelder (Heerlen), ps. boven de a staat nog een ?; deze combinatieletter is niet te maken, omgespeld is het inderdaad een a.  gŏtsalder (Heer), Van Dale: meepenning, godspenning, huurpenning.  gōͅtshàèldər (Opgrimbie), WNT: heller - vaak, in jonger vorm, helder -, Mhd., nhd., mnl. heller. Oorspronkelijk eene Duitsche munt, benoemd naar Hall in Zwaben (verg. daalder de waarde was die van 1/2 of ongeveer 1/3 penning.  goodsalder (Geleen), gotsalder (Banholt), gōͅtsheͅldər (Opgrimbie), gôôdsalder (Boorsem), ən gŏtshaltər (Vaals), godspenning: gōādspennin(g) (Maaseik), godspenning, enz.: chaotpeͅneŋ (Maastricht), gwoͅdsgēͅld (Hamont), hāndgeld (Sint-Huibrechts-Lille), meepenning (Geistingen), mepeͅnə[i}ŋ (Rotem), metpenning (Welkenraedt), mējpenning (s-Gravenvoeren), mēpeͅneŋ (Riksingen), meͅjpeͅniŋ (Bommershoven), mīpenniŋ (Bilzen), mīpeͅnəŋ (Welkenraedt), métpenneng (Montzen), sondischelt (Eisden), weud er aon de nief dinsboje en handgeld gegeven (Oostham), eerste drinkgeld  wereld (Heusden), WNT: werdel - wordel, weerdel, werrel, warrel, weddel -, 1) Spinschijfje, b) Een derg. voorwerp als onderpand of teeken van contract gegeven bij het aangaan van een dienstverplichting (en bij feitelijke indiensttreding omgeruild tegen het drinkgeld, de godspenning vand. ook: drinkgeld, fooi, godspenning.  werəl (Hamont), weurel (Eksel, ... ), wērəl (Peer, ... ), wiodəl (Gelinden), wiörrəl (Zonhoven), wūdəl (Halen), handgeld: handgeld (Beverlo), Van Dale: meepenning, godspenning, huurpenning.  ha.əntxèilt (Zonhoven), handgeld (Waasmont), hantgeld (Tessenderlo), hantxèlt (Aalst-bij-St.-Truiden), huishuur: haushuur (s-Herenelderen), hoesheur (Neeroeteren), huur: de heur (Amby), hy(3)̄ər (Sint-Truiden), ier (Bilzen), [beïnvloeding door suggesties "huurpenning [...] worrel, weerder"in de vraagstelling]  de huur (Oirlo), heur (Maastricht), heûr (Blerick), ps. of alleen heur; invuller heeft het niet duidelijk aangegeven (er staat geen koppelteken ertussen).  heur(penning) (Amby), huurgeld: hōrgeͅlt (Rekem), hy(3)̄rgelt (Beringen), hyrgè⁄lt (Zonhoven), hy‧rgèlt (Aalst-bij-St.-Truiden), [beïnvloeding door suggesties "huurpenning [...] worrel, weerder"in de vraagstelling]  huurgeltj (Herten (bij Roermond)), huurpenning: (h)yrpeͅneŋk (Sint-Truiden), heurpenning (Hunsel, ... ), heurpènning (Horst), hĕĕrpènning (Merselo), hierpinneng (Rosmeer), huurpenning (Afferden, ... ), hy(3)̄rpeneŋ (Beringen), hy.rpienig (Beringen), héurpènning (Lanklaar), hürpeinning (Oirlo), [beïnvloeding door suggesties "huurpenning [...] worrel, weerder"in de vraagstelling]  heurpenning (Ell, ... ), heurpennïng (Neer), huurpenning (Beesel, ... ), ps. of alleen heur; invuller heeft het niet duidelijk aangegeven (er staat geen koppelteken ertussen).  heur(penning) (Amby), huursel: hyrsel (Peer), inpenning: [sic; bij andere woorden: ien- in]  ien-pen-ning (Blitterswijck), kleingeld: Van Dale: meepenning, godspenning, huurpenning.  kle:gaelt (Voort), kle:jəgaelt (Hoepertingen), meepenning: einə mēpeͅnəŋ (Kinrooi), me.peͅniŋ (Mechelen-aan-de-Maas), meej-penning (Vijlen), meejpenning (Belfeld, ... ), meejpĕnning (Posterholt, ... ), meenpenning (Mechelen), meepening (Koninksem), meepenning (Amby, ... ), meepĕnning (Beegden, ... ), meepfĕnning (Maasbree), meepinning (Veldwezelt), meepènning (Jesseren), meerpenning (Vroenhoven), meijpenning (Einighausen, ... ), meipenning (Bilzen, ... ), mejpenning (Schaesberg), mējpeͅneͅŋ (Maastricht), mējpeͅning (Moelingen), mēpenniŋ (Bilzen, ... ), mēpeͅnniŋ (Kanne), mēpeͅnəŋ (Molenbeersel, ... ), mēpɛnəŋ (Rekem, ... ), mētpɛnəŋ (Rekem), mēͅpeniŋ (Rekem), mĕĕjpenning (Schinveld), miejpenning (Well), miejpènning (Merselo), miepenning (Arcen, ... ), miepènning (Gennep), mietpenning (Sluizen), mietpènning (Meerlo), mieëpenning (Helden/Everlo), mijpenning (Brunssum, ... ), mijpĕnning (Eys), mipenning (Eigenbilzen), mipènning (Grote-Spouwen), mipénning (Martenslinde), mitpenning (Epen), miêëpenning (Velden), mīpeniŋ (Bilzen), mīpeͅniŋ (Martenslinde), mīpènning (Panningen), mīpɛnniŋ (Bilzen), mèpèniŋ (Koninksem), mèïpenning (Wellen), mé:péniŋ (Bree), méepĕnning (Swolgen), mépénning (Hoeselt), mêêpenning (Horn), mêêpénning (Lanaken), mɛjpeͅniŋ (Vechmaal), ən mēpeniŋ (Lanklaar), ənə mēpeniŋ (Mechelen-aan-de-Maas), (bij huren van personeel).  meepènning (Montfort), [beïnvloeding door suggesties "huurpenning [...] worrel, weerder"in de vraagstelling]  d⁄r neijpenning (Klimmen), meepening (Meijel), meepenning (Maastricht), meijpenning (Maastricht), Huurpenning van de dienstboden.  mēpènnəng (Maastricht), Opm. de meipennink tr¨kbrènge.  meipennink (Guttecoven), Opm. toegift.  meejpenning (Herten (bij Roermond)), Van Dale: meepenning, godspenning, huurpenning.  me:paeneͅŋ (Maastricht), meepeening (s-Herenelderen), meepenning (Amby), meepenniŋ (Maaseik), meepinneng (Rosmeer), meipennink (Bilzen), mē:pàènəŋ (Opgrimbie), mēpɛnəŋ (Rekem), mieëpening (Lanklaar), mīpeͅni̯ŋ (Martenslinde), mépènning (Wellen), mêpenning (Elen), paardsoog: pēͅrsø[i}X (Neerglabbeek), pacht: de pach (Amby), pacht (Simpelveld), stuk: steͅk (Peer), stök (Mheer), stɛk (Bree), weerder: [beïnvloeding door suggesties "huurpenning [...] worrel, weerder"in de vraagstelling]  weerder (Stein), wenderik: WNT: werdel - wordel, weerdel, werrel, warrel, weddel -, 1) Spinschijfje, b) Een derg. voorwerp als onderpand of teeken van contract gegeven bij het aangaan van een dienstverplichting (en bij feitelijke indiensttreding omgeruild tegen het drinkgeld, de godspenning vand. ook: drinkgeld, fooi, godspenning.  wi-on-de-rik (Ulbeek), werdel: jeôl (Kozen), 5 frank  wørəl (Overpelt), [beïnvloeding door suggesties "huurpenning [...] worrel, weerder"in de vraagstelling]  wĭĕrrel (As), Van Dale: meepenning, godspenning, huurpenning.  weuëndel (Neerhespen), wierdel (As), WNT: werdel - wordel, weerdel, werrel, warrel, weddel -, 1) Spinschijfje, b) Een derg. voorwerp als onderpand of teeken van contract gegeven bij het aangaan van een dienstverplichting (en bij feitelijke indiensttreding omgeruild tegen het drinkgeld, de godspenning vand. ook: drinkgeld, fooi, godspenning.  hijoͅdol (Heers), hiödel (Heers), hjōͅdəl (Heers), nə vejrəl (Houthalen), w"ndel (Kerkom), w"rəl (Neerpelt), weirel (Kortenbos), weo[n}del (Wimmertingen), werel (Koersel, ... ), weuedel (Halmaal, ... ), weurel (Hechtel, ... ), weurrel (Helchteren), wērəl (Hamont), wēͅrel (Peer), wiaorel (Sint-Lambrechts-Herk), wierdel (As), wierel (Bocholt, ... ), wijònel (Kuringen), wirəl (Bree), wièrel (Houthalen), wiêrel (Neerglabbeek), wīrel (Grote-Brogel), wīrəl (Bocholt, ... ), wjoadel (Wellen), wjoddel (Diepenbeek), wjoddəl (Broekom), wjodel (Berbroek, ... ), wjol (Diepenbeek, ... ), wjōͅədəl (Kuringen), wjŏddel (Stevoort), wjoͅl (Hasselt), woädel (Broekom), wugodəl (Veulen), wurel (Beringen), wy(3)̄rəl (Paal), wyōͅdəl (Herk-de-Stad), wyrəl (Beringen), wèrel (Bilzen, ... ), wørəl (Neerpelt), w⁄ōͅdəl (Schulen), yīrəl (Opglabbeek), werdelbolletje: WNT: werdel - wordel, weerdel, werrel, warrel, weddel -, 1) Spinschijfje, b) Een derg. voorwerp als onderpand of teeken van contract gegeven bij het aangaan van een dienstverplichting (en bij feitelijke indiensttreding omgeruild tegen het drinkgeld, de godspenning vand. ook: drinkgeld, fooi, godspenning.  wierelbûlleke (Houthalen), werdeling: jo.i.ling (Alken), jooling (Wimmertingen), wereld: WNT: werdel - wordel, weerdel, werrel, warrel, weddel -, 1) Spinschijfje, b) Een derg. voorwerp als onderpand of teeken van contract gegeven bij het aangaan van een dienstverplichting (en bij feitelijke indiensttreding omgeruild tegen het drinkgeld, de godspenning vand. ook: drinkgeld, fooi, godspenning.  wi-ereld (Zolder), zakgeld: Van Dale: meepenning, godspenning, huurpenning.  zakgaelt (Beringen) handgeldt (bij aanvang) [N 21 (1963)] || het geld dat de koper, of huurder contant ontvangt om de overeenkomst te bevestigen [huurpenning, godspenning, handpenning, worrel, weerder] [N 89 (1982)] || Hoe noemt men bij u de kooppenning (gegeven als bewijs dat een koop gesloten is)? [ZND 17 (1935)] || Hoe noemt men de huurpenning (geldstuk door boeren aan dienstpersoneel gegeven bij t huren)? [ZND 16 (1934)] || huurpenning [SGV (1914)], [ZND 01 (1922)], [ZND m] || huurpenning (aan dienstboden gegeven) [ZND B2 (1940sq)] || meepenning (handgeld) [ZND 01 (1922)], [ZND m] || Wordt er aan de nieuwe dienstboden een handgeld gegeven? Hoe heet dit? meepenning [ZND 01u (1924)] III-3-1