25363 |
afschampen |
afketsen:
(de kogel) kɛtst af (L163p Ottersum),
āfkɛtsǝ (L420p Rotem),
āfkɛtšǝ (Q204a Mechelen, ...
Q118a Terwinselen),
afschampen:
(de kogel is) āfxǝšamp (L331p Swalmen),
afsxampǝ (K358p Beringen),
blijven steken:
blī.vǝ stē̜.kǝ (L271p Venlo),
blīvǝstē̜kǝ (L269p Blerick),
dolgeschoten:
dolgǝsxōtǝn (L211p Leunen),
doorheergeschoten:
durhɛrxǝšōtǝn (Q039p Hoensbroek),
er niet door gaan:
(de kogel is) ǝr ni dǫǝrgǝgǫjǝn (L312p Neerpelt),
er niet ingaan:
(de kogel) gǫt ǝr ni ęn (L312p Neerpelt),
half geraakt:
half gǝrakt (L265p Meijel),
half getroffen:
hǫwǝf gǝtrǫfǝn (Q036p Nuth),
half verdoofd:
halǝf vǝrduǝft (P117p Nieuwerkerken),
ketsen:
(de kogel is) gǝkɛtst (Q121p Kerkrade),
(de kogel) kɛtš (L432p Susteren),
kętsǝ (L330p Herten),
kɛtsǝ (L265p Meijel),
kɛtšǝ (Q096c Neerharen),
misgeschoten:
mesgǝšōtǝ (L318b Tungelroy),
mesxōtǝ (P051p Lummen),
mislukt:
meslø̜kt (L321p Neeritter),
misschieten:
mesšētǝ (L292p Heythuysen),
niet doordringen:
(de kogel is) nēt dǫǝrgǝdrōŋǝ (Q113p Heerlen),
niet geraakt:
nē gǝrokt (P176p Sint-Truiden),
niet getroffen:
nę gǝtrǫfǝ (P050p Herk-de-Stad),
niet goed geschoten:
nēt gōt gǝsxǭtǝ (L269p Blerick),
niet verduizeld:
nēt vǝrdyzǝlt (L426p Buchten),
niet wijd genoeg de kop ingaan:
(de pin) gęjt ni wajt gǝnux dǝ kǫp en (Q162p Tongeren),
schampen:
sxampǝ (L269b Boekend),
šampǝ (L366p Gruitrode, ...
Q203p Gulpen,
Q204a Mechelen),
šampǝn (L320a Ell),
slecht doorgekapt:
slɛxt dørgǝkapt (P176p Sint-Truiden),
slecht geschoten:
slɛxt gǝšȳtǝ (L362p Opitter),
te hel doorgeslagen:
tǝ hɛl dōrgǝslāgǝ (Q009p Maasmechelen),
te hel geslagen:
tǝ hɛl gǝslāgǝ (Q009p Maasmechelen),
terugketsen:
tryxkɛtsǝ (L271p Venlo),
verbloeding in het vlees:
vǝrblǫweŋ en ǝt vlēš (Q121c Bleijerheide),
verkeerd geschoten:
vǝrkīrt gǝšǭtǝ (Q039p Hoensbroek),
zotschieten:
zotsxītǝ (P108p Grazen)
|
Door afketsen van de kogel of door verkeerd schieten van de slachter kan het gebeuren dat de kogel niet helemaal in de kop doordringt. Zo kan de kogel terugketsen als het varken te dik is. En als de patroonhuls, de kardoes, te nat is of de patroon te slap, kan het schot ook mislukken. [N 28, 8; monogr.]
II-1
|