e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
riek om te rooien aardappelenhaak: japǝlhuǝk (Wellen), ɛrpǝlǝhǭk (Gruitrode, ... ), aardappelhak: jē̜tapǝlhak (Hoeselt), aardappelopsteker: ē̜rpǝlǫpstē̜kǝr (Bree), aardappeltrekker: ērpǝltrękǝr (Maasmechelen), drietanden: dritɛŋ (Klimmen), drietandige riek: dręi̯tɛŋddegǝ rēk (Sevenum), gaffel: gafǝl (Oirsbeek, ... ), haak: hǭk (Beringen, ... ), hak: hak (Leut, ... ), mestgaffel: mɛstgafǝl (Waubach), mesthaak: męi̯shōk (Diepenbeek), negentanden: nyǝgǝtɛŋ (Klimmen), patattenhaak: pǝtatǝhǭk (Blerick, ... ), pǝtɛtǝhōk (Zelem), pǝtɛtǝhǭǝk (Paal), patattenhak: pǝtatǝhak (Beringen, ... ), patattenhark: pǝtathɛrk (Blerick), patattenkapper: patatǝkapǝr (Berverlo), patattenschoep: patatǝsxōp (Horst), platte riek: plate rēk (Maasmechelen, ... ), platǝ rik (Achel, ... ), plaʔǝ rik (Kwaadmechelen), pulriek: pølrek (Mechelen-Bovelingen), rooiriek: rōi̯rēk (Roosteren), trekhaak: trękhǭǝk (Kwaadmechelen  [(in de losse grond)]  ), tweetanden: twiǝtɛŋ (Klimmen), viertanden: vērtɛŋ (Klimmen), viertander: vērtɛnjǝr (Swalmen), viertandige riek: vērtɛnjegǝ rēk (Neerbeek), vērtɛŋdegǝ rēk (Meers, ... ), viertands: vērtɛŋs (Tegelen), viertandse riek: vērtɛnjsǝ rēk (Helden), vīrtāntsǝ rīk (Leunen), viertandsriek: vīrtaŋsrīk (Panningen), vijftand: viftant (Bree), vē̜i̯ftānt (Gennep, ... ), vijftander: vīftaŋǝr (Baarlo), vīftɛnjǝr (Boukoul, ... ), vijftands: viftɛŋs (Tegelen), vijftandse riek: viftāntsǝ rīk (Leunen), viftɛnjsǝ rēk (Helden), viftɛntjsǝ rēk (Tungelroy), vijftandsriek: vīftaŋsrīk (Panningen), wasriek: wasrek (Wellen), wiphaak: wiphuǝk (Lummen), zeventanden: ziǝvǝtɛŋ (Klimmen) Speciale aardappelriek om mee te rooien, waarvan de benaming afwijkt van die van de algemene riek. Doorgaans heeft de rooiriek minder tanden dan de algemene riek die dient om aardappels te scheppen en te verplaatsen. Drie of vier tanden is normaal. Zie de toelichting bij het lemma Aardappelriek, Algemeen. Bij het type mesthaak, mestgaffel is uitdrukkelijk opgegeven dat het stuk gereedschap met deze naam voor het rooien van aardappelen wordt gebruikt. In L 360 merkt de zegsman op dat men om te rooien een riek gebruikt met platte tanden, zonder bolletjes; en om te scheppen een riek met ronde tanden met bolletjes. [N 12, 36; N 18, 23 en 26b; JG 2c; A 28, 3; monogr.; add. uit N 18, 58 en 60] I-5