e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
klei delven aarde steken: ē̜rt štē̜kǝ (Belfeld, ... ), klei steken: klęj stē̜kǝ (Bilzen), klęj štēkǝ (Tegelen), klęj štē̜kǝ (Reuver, ... ), leem afsteken: lēm āfštēxǝ (Kerkrade), leem graven en leem laden: liǝm grāvǝ ę ̞n liǝm lājǝ (Venray), leem laden: liǝm lǭjǝ (Milsbeek), leem omgraven: lēm emgrǭvǝ (Bilzen), leem omsteken: lēm emstē̜kǝ (Bilzen), leem omzetten: lēm emzętǝ (Bilzen), leem steken: lī̄jǝm stē̜kǝ (Loksbergen), lēm stēkǝ (Sint-Truiden), lēm stē̜kǝ (Bilzen, ... ), lēm štēkǝ (Maastricht), lēm štēxǝ (Bocholtz, ... ), lęjm stēkǝ (Maastricht), lęjm štē̜kǝ (Echt, ... ), leem steken en leem laden: lęjm štēkǝ ę ̞n lęjm lājǝ (Nunhem), leem steken en ombanken: lęjm stēkǝ ę ̞n ømbaŋkǝ (Elsloo  [(klei steken en de gedolven klei ernaast op lange hopen deponeren)]  ), leem steken en omwerpen in banken: lēm štēxǝ ę ̞n ømwę ̞rǝpǝ en bāŋkǝ (Kerkrade  [(idem)]  ), leem uit de kuil smijten: lēm yt ˲dǝ kȳl smitǝ (Ottersum), leem uit de put smijten: lēm yt ˲dǝ pøt smitǝ (Ottersum), leem uitsmijten: lēm ytsmitǝ (Gennep), op het schavot werken: ǫp˱ ǝt šǝvǫt wę ̞rǝkǝ (Tegelen), opgooien: ǫp˲gujǝ (Maastricht  [(in een diepe kleiput waarin etagegewijs wordt gewerkt de gegraven klei op een hogere trap gooien)]  ), opguizen: ǫp˲gušǝ (Klimmen  [(idem)]  ), oppompen: ǫppompǝ (Echt  [(idem)]  ), smijten: smē̜tǝ (Loksbergen  [(idem)]  ), uitpompen: ūtpompǝ (Nunhem  [(idem)]  ), uittichelen: ūttexǝlǝ (Echt  [(klei halen uit een stuk grond door mideel van een tichelcontract gehuurd van een grondeigenaar)]  ) Klei of leem winnen. Daartoe werd een put gemaakt waarmee de kleilaag bereikt kon worden. [N 49, 2a] || Vroeger werd de gestoken klei in de put bereid; toen de kleiputten verder van de fabriek af kwamen te liggen, moest de grondstof op karren worden geladen voor het vervoer naar de opslagplaats. Meestal heeft men één term voor beide handelingen, zo niet, dan wordt de andere in het lemma erbij gegeven. In L 270 moest de klei v√≥√≥r het gebruik van excavateurs in de kleigroeven soms trapsgewijs vanuit de kleiput met een schop naar boven worden gegooid, tot deze uiteindelijk op de begane grond terecht kwam. Op elk van de daarvoor gebruikte horizontale vlakken lag een houten vlonder, waarop een werkman stond. De arbeider in de kleiput gooide de kleikluiten op het eerste vlak; van hier werden ze op het tweede vlak gegooid en zo verder. Men noemde dit: ɛop het schavot werkenɛ (Tegels Dialek, pag. 113).' [N 98, 27; N 98, 30; monogr.] II-8