28596 |
zwavel, sulfer |
solfer:
sǫlfǝr (K353p Tessenderlo)
|
Lichtgele, licht ontvlambare chemische stof waarvan de bij verbranding vrijkomende dampen dodelijk zijn voor de bijen. [N 63, 78c; JG 1b; Ge 37, 209]
II-6
|
28598 |
zwavelkaart |
solfer:
sǫlǝfǝr (K353p Tessenderlo),
solferkaart:
sǫlfǝrkǭǝt (K353p Tessenderlo)
|
Een brandende zwavellap of kaart gesopt in zwavel die in een kuil onder de korf wordt geplaatst. Door de opstijgende zwaveldampen wordt het bijenvolk gedood. [N 63, 78b; JG 1a+1b; monogr.]
II-6
|
24930 |
zwavelx |
solfer:
ps. omgespeld volgens Frings.
soͅləfər (K353p Tessenderlo)
|
zwavel [ZND 08 (1925)]
III-4-4
|
33995 |
zweep |
karwats:
karwatš (K353p Tessenderlo),
klets:
klets (K353p Tessenderlo),
smak:
smak (K353p Tessenderlo),
zweep:
zwiǝp (K353p Tessenderlo)
|
Voorwerp om het paard aan te drijven, bestaande uit een steel (cf. lemma Steel) en een snoer (cf. lemma Snoer). [JG 1a, 1b, 2b, 2c; L 8, 141; L 14, 31; L B2, 244; N 13, 94; S 47; Wi 5, 10; monogr.]
I-10
|
18105 |
zweer |
zwerage:
zwerage (K353p Tessenderlo)
|
Zweer: huidontsteking vaak met ettervorming ten gevolge van een infectie (zweer, zwerage, zwerije). [N 107 (2001)]
III-1-2
|
18056 |
zweet |
zweet:
zwijət (K353p Tessenderlo, ...
K353p Tessenderlo)
|
zweet [N 10 (1961)]
III-1-2
|
18055 |
zwellen |
zwellen:
zwellen (K353p Tessenderlo, ...
K353p Tessenderlo)
|
zwellen [ZND 25 (1937)]
III-1-2
|
33875 |
zwellen van de uier |
(ze is aan het) uieren:
ø̜̄i̯ǝrǝ (K353p Tessenderlo)
|
[N 8, 51]
I-9
|
22826 |
zwemmen |
zwemmen:
z(w)ume (K353p Tessenderlo),
zwĕumme(n) (K353p Tessenderlo),
zwömən (K353p Tessenderlo)
|
zwemmen [GTRP (1980-1995)], [RND] || Zwemmen. [Willems (1885)]
III-3-2
|
30102 |
zwemstenen |
poreuze stenen:
porø̄zǝ, pǝrø̄zǝ stijǝnǝ (K353p Tessenderlo),
ytong:
ītøn (K353p Tessenderlo)
|
Zwemstenen of drijfstenen zijn benamingen voor een zeer lichte kunststeen, vervaardigd uit puimsteengruis (bimszand) en hydraulische kalk. Het gruis wordt daartoe met ongeveer 1/9 van zijn gewicht aan waterkalk dooreengemengd. Dit mengsel wordt in ijzeren vormen geschept, beklopt en, van de vormen ontdaan, op rekken te drogen gezet. Na enige dagen worden de stenen op hopen gezet en na enige maanden zijn zij gereed voor gebruik. Zwemstenen worden hoofdzakelijk voor binnenwerk gebruikt en isoleren dankzij hun grote poreusheid goed warmte en geluid. 'Ytong' en 'Poriso' zijn merknamen. [N 30, 54e]
II-9
|