e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q020p plaats=Sittard

Overzicht

Gevonden: 6601

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
<naam> buut: bij verstoppertje  buut (Sittard), mei: t Is ziene mei: het is zijn naamdag (enigszins verouderd, meer gebruikelijk is "t is ziene naamesdaag").  mei (Sittard), namensdag: naamesdaag (Sittard), namesdaag (Sittard), I Limburch is t e gout aut gebroek om de naamesdaach te vieren i plaatsj van de gebaortendaach: in Limburg is het een oud gebruik om zijn naamfeest te vieren in plaats van de verjaardag.  naamesdaach (Sittard) De voornaamste plaats in bepaalde spelen [heek]. [N 88 (1982)] || Feest vieren op de dag gewijd aan de heilige wiens naam men draagt [besteken]. [N 88 (1982)] || Naamdag. || Naamfeest. III-3-2
[falie] falie: faaje (Sittard, ... ), faalje (Sittard), Zie ook plak.  faaje (Sittard), voile (fr.): vaol (Sittard, ... ) falie [SGV (1914)] || falie, hoofdschouderdoek || sluierdoek, zwarte ~ die over hoofd en schouders wordt gedragen, gewoonlijk in de rouwtijd [vaol, voeël, falje, falie, slöjer, linao] [N 23 (1964)] III-1-3
[foulard] foulard (fr.): foelaar (Sittard), velaar (Sittard) foulard || Fr. foulard, halsdoek III-1-3
[kazak] kazak: kazak (Sittard), lange rok met lange blouse  kazak (Sittard) kazak; inventarisatie betekenis/uitspraak [N 23 (1964)] || rok, jas III-1-3
[kazavek?] kazavek: kasjevek (Sittard), jak voor (volks)vrouwen  kasjevék (Sittard), kazavekje: camiseulke van de man  kasjevekske (Sittard) kasjevék, in de betekenis van vrouwenmantel; betekenis/uitspraak [N 23 (1964)] III-1-3
[lijfje] lijfje: lifke (Sittard), betekenis: onderhemd  lifke (Sittard), betekenis: onderlijfje  lifke (Sittard) lijfje, in de betekenis van soort kledingstuk; betekenis/uitspraak [N 25 (1964)] III-1-3
aaks aaks: hākš (Sittard) Zware bijl met lange steel die wordt gebruikt om bomen te vellen. [N 50, 10b; N 75, 114d; L 32, 46; monogr.] II-12
aalmoes aalmoes: aalmoas (Sittard), aalmous (Sittard) aalmoes [SGV (1914)] || de gift aan een arm persoon [aalmoes, arremoes, karitaat] [N 89 (1982)] III-3-1
aam, maat van 150 l. aam: aom (Sittard), oam (Sittard) aam (150 liter) || aam (maat) [SGV (1914)] III-4-4
aambeeld aanvilt: āvɛljt (Sittard) Een gietijzeren of stalen blok waarop de smid het smeedwerk uitvoert. Aan één of twee zijden van het aambeeld kan een hoorn zijn bevestigd, een puntig uitsteeksel waarop ijzer kan worden gebogen. De vlakke bovenzijde van het aambeeld, de baan, wordt gebruikt voor het smeedwerk. In de baan zijn soms één of meer gaten aangebracht waarin gereedschap zoals de schroodbeitel en de tas kunnen worden geplaatst. Vgl. ook afb. 15. De invuller uit Q 121 kende drie soorten aambeelden: 1. het aambeeld met twee ronde hoorns; 2. het aambeeld met één ronde en één vierkante hoorn; 3. het aambeeld met één hoorn en een stuikblok. Ook andere respondenten vermeldden deze drie aambeelden. Vgl. ook afb. 14. In L 382 kende men ook nog een aambeeld dat speciaal gebruikt werd bij het aanbrengen van de kap op vijlbladen. Het bovenvlak van dit aambeeld was van zacht roodkoper vervaardigd. Zie ook het lemma "vijlkap". [N 33, 40; N 33, 49; N 33, 50; S 1; R 14, 8b; L 1a-m; L 1u, 2; L 17, 9; L B1, 201; N 64, 32a-b; N 66, 13a-b; monogr.] II-11