17630 |
adamsappel |
krop:
kròp (Q035p Brunssum)
|
adamsappel [N 10 (1961)]
III-1-1
|
24438 |
adder |
adder:
adder (Q035p Brunssum)
|
nadder (adder) [SGV (1914)]
III-4-2
|
17781 |
adem |
adem:
oam (Q035p Brunssum)
|
adem [SGV (1914)]
III-1-1
|
17685 |
ademen |
ademhalen:
aomhaole (Q035p Brunssum)
|
ademen [N 10a (1961)]
III-1-1
|
17682 |
ader |
ader:
aor (Q035p Brunssum),
oar (Q035p Brunssum),
oare (Q035p Brunssum)
|
ader [N 10a (1961)], [SGV (1914)] || aderen [SGV (1914)]
III-1-1
|
27573 |
administratief personeel |
administratie:
atministrāsi (Q035p Brunssum
[(Emma / Hendrik / Wilhelmina)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV])
|
De beambten hadden op de mijn vergeleken met de arbeiders op tal van punten een bevoorrechte positie. Zij kregen tijdens ziekte geen controle van de door de kompels gehate ziekencontroleur (Dieteren 1984 pag. 67). Verder waren zij op de mijn "penningvrij", kregen meer en betere deputaatkolen en gratis mijnkleding. Op hun beurt waren de ondergrondse beambten weer bevoorrecht ten opzichte van de bovengrondse beambten. Hun salarissen lagen duidelijk hoger (Dieteren 1984 pag. 67). In het lemma komen algemene benamingen voor maar ook benamingen die meer schertsend of spottend zijn. [N 95, 979]
II-5
|
27880 |
afbikken |
afdrijven:
āfdrīvǝ (Q035p Brunssum
[(Emma / Hendrik / Wilhelmina)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV])
|
Loshangende stenen verwijderen die na het bewerken van het gesteente aan de zijwand of het dak van de mijngang zijn blijven zitten. [N 95, 450; N 95, 298; monogr.; Vwo 24; Vwo 40; Vwo 55]
II-5
|
19803 |
afdak |
daksdrup:
daaksjdröp (Q035p Brunssum)
|
afdak [SGV (1914)]
III-2-1
|
27312 |
afdalen |
afvaren:
āf˲vārǝ (Q035p Brunssum
[(Emma / Hendrik / Wilhelmina)]
[Emma, Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV])
|
Zich per lift naar het ondergrondse gedeelte van de mijn begeven. [N 95, 82; monogr.; Vwo 33; Vwo 41]
II-5
|
27728 |
afdeling |
kolenafdeling:
koalǝafdēleŋ (Q035p Brunssum
[(Emma / Hendrik / Wilhelmina)]
[Domaniale])
|
Het ondergronds gebied van een steenkolenmijn is ingedeeld in afdelingen. Aan het hoofd van zo''n afdeling staat een afdelingsingenieur. Deze afdelingsingenieur voert het bevel over verscheidene andere ingenieurs en geeft zijn bevelen aan het werkvolk langs zijn afdelingsopzichter om (Vanwonterghem pag. 43). [N 95, 908; Vwo 36; Vwo 285; monogr.]
II-5
|