34250 |
karnvat |
stand:
stān (L357p Bos)
|
Botervat waarbij de karnstaf (zie het lemma ''karnstaf'' (12.3) in deze aflevering) met de daaraan bevestigde schijf in een op- en neergaande beweging wordt gebracht. Dit vat, waarin de melk tot boter gekarnd wordt, kan van verschillende materialen gemaakt worden. Vaak was het van hout (kersenhout kērs in L 329) of steen en soms van metaal, bijvoorbeeld van een omgebouwde melkbus (melkbus męlǝkbøs in L 322a, melktuit męlǝktø̜i̯t in L 163, 164 en 165, tuit tø̜i̯t in L 373). Zie voor de fonetische documentatie van (boter) en (botter) het lemma ''boter'' (12.14) in deze aflevering.' [A 7, 19, 19a en 23; A 16, 8a; L 1a-m; L 22, 8 add.; L 27, 67 en 68; JG 1a, 1b, 1c, 2c; S 17; Ge 22, 11, 15 en 16; monogr.; add. uit N 5A (I]
I-11
|
22803 |
kermis |
kermis:
merge est kermes (L357p Bos),
merge est kerremus (L357p Bos),
meurgen est kerremes (L357p Bos)
|
Morgen is het kermis. [ZND 39 (1942)]
III-3-2
|
34058 |
koe |
koe:
kǫi̯ (L357p Bos)
|
Volwassen vrouwelijk rund, in de regel een rund dat één of meerdere keren gekalfd heeft. Zie afbeelding 5. Op de kaart is het woordtype koe niet opgenomen. [JG 1a, 1b; A 3, 37; A 4, 11; Gwn V, 2a; L 1a-m; L 4, 37; L 5, 27b; L 7, 61b; L 14, 26 en 88; L 20, 11; L 27, 5 en 57; L 29, 44; L 38, 44; L 40, 21b; L 44, 16, 21a en 39; R 12, 29; R (s]
I-11
|
21550 |
kostschool |
pensionaat (<fr.):
pensionaat (L357p Bos)
|
kostschool [ZND 40 (1942)]
III-3-1
|
19668 |
lade |
schuif:
sXaəf (L357p Bos)
|
lade van een tafel [ZND 39 (1942)]
III-2-1
|
20479 |
leeftijd, ouderdom |
ouderdom:
ouwerdom (L357p Bos)
|
ouderdom; op zijn ouderdom [ZND 40 (1942)]
III-2-2
|
20593 |
maaltijd in de voormiddag |
tienurenkant:
den oorekant (L357p Bos)
|
de tweede maaltijd, later in de voormiddag [ZND 40 (1942)]
III-2-3
|
24929 |
modder, slijk |
moos:
de straat was vol moos (L357p Bos)
|
modder, slijk [ZND 39 (1942)]
III-4-4
|
19309 |
moedig (zijn) |
durven:
he deirt (L357p Bos),
he dert iet aanpakken (L357p Bos),
geen minne zijn:
da es gène minne (L357p Bos),
kloek:
he is kloek (L357p Bos),
moedig:
h`es mowdig (L357p Bos),
niet bang:
he es ni bang (L357p Bos)
|
hoe drukt ge uit in uw dialect: hij is moedig (hij is geen bangerd, hij durft bv. te vechten) [ZND 39 (1942)]
III-1-4
|
24213 |
nachtegaal |
nachtegaal:
nagtegaol (L357p Bos)
|
nachtegaal [ZND 39 (1942)]
III-4-1
|