e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L428p plaats=Born

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
woede gift: gif (Born) hevige boosheid [gift, gif, koleire, woede, horzel, frut] [N 85 (1981)] III-1-4
woeker woeker: woeker (Born, ... ) oneerlijk behaalde winst [buit] [N 89 (1982)] || onwettige winst die verkregen is door misbruik te maken van de nood van iemand anders bijv. door te veel rente te vragen [woeker, woekerij, usure] [N 89 (1982)] III-3-1
woelen woelen: vèulen (Born) Woelen: onrustig heen en weer bewegen (woelen, spollen). [N 84 (1981)] III-1-2
woensdagx goensdag: goonsdig (Born) de vierde dag van de week, woensdag [goensdag] [N 91 (1982)] III-4-4
woest, wild rijden rossen: Van Dale: II. rossen, hard, woest rijden.  rossen (Born) woest, wild rijden [rossen, rotsen] [N 90 (1982)] III-3-1
wol wollen stof: wǫlǝ stǫf (Born) Dierlijke spinvezel, afkomstig van de huidbedekking van vooral schapen (wol), koeien, geiten, kamelen enz. (haar) (Bonthond, s.v. ø̄wol of haarø̄). Hoewel de naam wol wordt gebruikt voor het haar van verschillende diersoorten, wordt, wanneer men van wol spreekt, meestal de wol van het schaap bedoeld. De waarde hiervan is afhankelijk van verschillende factoren: de fijnheid, de krul, de zacht- en soepelheid, de elasticiteit, de soliditeit, het warmtegevend vermogen enz. (Morand, pag. 58 en 59). [N 62, 75a; N 59, 201; L A1, 226; MW; monogr.] II-7
wolkenbank strepen lucht: striepen loch (Born) lange streep wolken die onbeweeglijk aan de horizon hangt [bank] [N 81 (1980)] III-4-4
wonen wonen: wonen (Born) een nestje hebben, gezegd van vogels (nesten, wonen, houden) [N 83 (1981)] III-4-1
woonwagen woonwagel: woonwágel (Born) De woonwagen van kermisklanten [karrakiekast, brak]. [N 90 (1982)] III-3-2
wormstekig wormsteek: WLD  wormsteek (Born, ... ) Door wormen aangetast, gezegd van fruit (wormstekig, gemaaid, vermaaid, verpielt, meutelig, maaistekig, maaisteek). [N 82 (1981)] I-7, III-2-3